Liegen tegen de klant

Heeft u ook GPS-navigatie in uw auto? Die van mij geeft aan hoe snel de auto rijdt, en dat blijkt tegen te vallen. Gemiddeld is het zo’n 10% minder dan de snelheidsmeter van de auto zelf denkt. Toeval misschien, maar ik geloof er niets van. Autofabrikanten hebben er baat bij dat de klant denkt dat de auto hard rijdt, snel optrekt, want hoe harder de klant denkt dat hij gaat, hoe tevredener hij is. En dat hij bij “130 km/h” toch geen boete krijgt is helemaal mooi. Verbeelding is onderdeel van het geleverde product.

Van auto’s kan ik het nog niet bewijzen, maar een vergelijkbaar geval komt aan het licht als deze verslaggever van Esquire de broekmaten in modezaken na gaat meten. Een broek van “36 inch” blijkt rustig uit te kunnen lopen naar 41 inch. En why not? Klant blij, verkoper blij. Het product blijkt meer dan een lapje stof, de winkel verkoopt verbeelding. En daar is altijd vraag naar.

Voetbal!

Ik heb een collega die na jaren in de VS weer in Nederland werkt en die maar over één ding klaagt: tijdens de lunch ouwehoeren die Nederlandse economen constant over voetbal. En het klopt, hoor. Vorige week op congres in Zweden (vandaar het intermezzo hier, excuses) nam ik plaats aan de Nederlandse tafel en hup, daar werd het resultaat van Ajax alweer besproken. Gelukkig was het niveau van de conversatie hoog en later op de avond hoorde ik nog een fraai staaltje analyse.

Het was niet helemaal spontaan, want ik zat te praten met Loek Groot die er een heel boek over geschreven heeft, maar toch. Zijn stelling is dat de rol van het geluk in het voetbal (scheidsrechterlijke dwaling, balletje net onder de keeper door etc.) essentieel is in het handhaven van een precair evenwicht. Door geluk, en het doorgaans kleine verschil in goals, kan een slechtere ploeg toch winnen.

En dat is belangrijk, want als de beste ploeg altijd wint komt er een dynamiek op gang die de rijke ploegen nog rijker maakt, waardoor ze nog beter worden, tot er niets meer aan is. Bij sporten met cameratoezicht of een groot verschil in score dreigt dit gevaar en moeten allerlei lapmiddelen worden ingezet om de boel weer recht te trekken. Verrassende conclusie: laat de scheidsrechters maar lekker dwalen en maak de goals vooral niet groter, want anders houden we geen competitie meer over.

Later die week besprak ik deze theorie met een gekende expert op het gebied van voetbal (mijn vader, die sinds zijn pensioen wel erg veel eredivisie live kijkt) die het probleem onmiddellijk onderkende. Hij stelde voor om periodetitels in de eredivisie te introduceren. Op die manier valt er met wat geluk nog meer te halen.

[Eerder over Loek Groot. Overigens bleken zijn ideeën onafhankelijk te zijn ontwikkeld in de Donald Duck.]