Volleybal en speltheorie

Fascinerend artikel in de sportbijlage van de Volkskrant afgelopen zaterdag over het Nederlands volleybalteam en, vooral, de wetenschap daarachter [helaas niet online]. Zo blijkt dat voor de gemiddelde international tegenwoordig een cursus speltheorie geen overbodige luxe is. Ga er vooral goed voor zitten:

‘Ik ben ervan overtuigd’, zei middenaanvaller Wytze Kooistra vorige week woensdag [?¦], ‘dat we beter weten hoe de Esten spelen dan de Esten zelf [?¦] Als Estland zou weten hoe het speelt, zouden ze niet zo voorspelbaar spelen. Wij zijn trouwens ook niet altijd onvoorspelbaar, maar ik denk niet dat zij dat weten. Want daar heb je een goede scout voor nodig. En als zij een goede scout hadden, zouden ze niet zo spelen zoals ze spelen.’

Ik bedoel maar. Even verderop wordt het nog interessanter, als wordt besproken hoe er verdedigd moet worden:

Als blijkt dat ze [?¦] meestal over rechts gaan, zet je alvast een stapje naar rechts’. Dit is een zogenaamd commit block. Je committeert je immers aan de informatie die je hebt gekregen. Het probleem met de commit blocks is dat de tegenstander waarschijnlijk weet dat jij weet wat zij meestal doen. ‘Klopt’, zegt Kooistra. ‘Maar je blijft dan toch gewoon die kant op gaan. Alleen niet te snel, want dan kan een goede spelverdeler het uit zijn ooghoeken zien. Je moet een beetje spelen met je kennis, een stapje naar de andere kant zetten, en dan toch weer terugkomen. Maar als hij hem dan toch de andere kant opspeelt, is dat zijn verdienste.’ Zo nu en dan komt het dus voor dat een tegenstander tegen een ‘nulblok’ staat – tegen niemand dus. ‘Dat ziet er dan dom uit, maar het is juist het gevolg van een gedegen analyse.’ Volleybal lijkt zo bezien een bizar speltheoretisch experiment. ‘Het wordt een beetje: wat denk ik dat hij denkt dat ik denk wat hij denkt dat ik doe.’

De echte speltheoreticus ziet nu natuurlijk waar het misgaat: het kan nooit een evenwicht kan zijn om altijd ‘gewoon naar rechts te gaan’, want dan slaat de aanvallende ploeg altijd naar links. Wie verstandig is, speelt gemengde strategieen, soms naar rechts, soms naar links, zo willekeurig mogelijk, maar met kansen die afhangen van hoe goed de aanvallende partij beide kanten opspeelt. Daar is serieus onderzoek naar gedaan, in de context van penalties [pdf] en opslagen bij tennis [pdf].

Overigens ging de beslissende tweede wedstrijd van Onze Jongens tegen Estland jammerlijk verloren.