Triest

Ik kan het ook niet laten. De tranen schieten spontaan in je ogen als je ziet wat de Nederlandse pers er allemaal van bakt, die Nobelprijs. Het FD meldt:

De mechanism design theory heeft volgens de Nobelprijsorganisatie het begrip voor instituten vergroot. Daarbij wordt rekening gehouden met individuele initiatieven en persoonlijke informatie.

U begrijpt niet wat hier staat? Wees gerust, de dienstdoende journalist heeft zelf ook geen flauw benul. De Volkskrant slaagt er niet eens in om de gelauwerden correct weer te geven:

Over Myerson

Nog even terugkomend op Myerson: een paar jaar geleden was ik op een conferentie waar hij ook was. In de wandelgangen ving ik op hoe hij enthousiast met iemand aan het praten was over het gecorreleerde evenwicht, en hoe dat concept toch een stuk natuurlijker is dan het Nash evenwicht. Om zijn woorden kracht bij te zetten deed hij met een stalen gezicht de volgende boude uitspraak: “Ik durf te wedden dat in alle parallele universums waar speltheorie is uitgevonden, er meer met het gecorreleerde evenwicht zijn begonnen dan met het Nash evenwicht”.

Zo’n man verdient een Nobelprijs.

Nobelprijs voor mechanism design

Inderdaad, het is Myerson geworden, persoonlijk favoriet van ondergetekende. Hij krijgt de Nobelprijs met Maskin en Hurwicz, voor ‘mechanism design’. Een behoorlijke techneutenprijs, want de bijdrage van de heren is vrijwel onmogelijk uit te leggen aan iemand zonder grondige scholing in theoretische economie. Teletekst maakt er traditiegetrouw weer een enorme puinhoop van:

Ze krijgen de prijs voor hun theorie die de werking van de vrije markt in kaart brengt. Uitgangspunt is dat de ideale vrije markt niet bestaat,bijvoorbeeld omdat de concurrentie niet helemaal vrij is. De Amerikanen hebben nu een theorie ontwikkeld die de invloed van zulke factoren in formules vat. Er worden modellen ontwikkeld die een optimale uitkomst moeten geven bij onderhandelingen en prijsvorming.

Dat slaat dus nergens op. Het soort problemen waar mechanism design zich wel mee bezig houdt? Stel een overheid overweegt om ergens een brug te bouwen. Uiteraard is dat alleen zinvol als voor alle burgers gezamenlijk de brug meer waard is dan de aanleg ervan kost. Probleem: het heeft weinig zin om aan iedereen te vragen hoeveel ze voor een brug over zouden hebben. Dan gaat immers iedereen óf een bedrag noemen dat veel hoger is dan zijn werkelijke waardering (namelijk: als de brug alleen gebouwd wordt als het totaal van de genoemde waarderingen hoger is dan de kosten van aanleg) óf juist een bedrag dat veel lager is (namelijk: als iedereen moet bijdragen aan de kosten naar rato van zijn genoemde waardering). Mechanism design (en meer in het bijzonder, Myerson’s revelation principle) laat zien dat het toch mogelijk is om een mechanisme te verzinnen waarbij iedereen netjes zijn echte waardering voor de brug opgeeft. En uiteraard zijn de resultaten veel fundamenteler en de toepassingen veel talrijker dan dit simpele voorbeeldje.

Hurwicz-Maskin-Myerson

Daar is-tie dan, de Zweedse-rijksbank-prijs in de economische wetenschap ter-ere-van Alfred Nobel 2007. Voor mechanism design theory, dat klinkt wat obscuur, maar denk incentive compatibility, revelation principle en instituties in het algemeen. Benieuwd hoe de pers dit gaat brengen. Marco noemde Maskin en Myerson in zijn (lange) lijst, de laatste zelfs als gedroomde winnaar. Gefeliciteerd!

Nobel 2007

Op het moment dat dit bericht de lucht ingaat, duurt het nog precies een week voordat de Nobelprijs Economie 2007 bekend wordt gemaakt. Hoogste tijd om te beginnen met speculaties. Allereerst kunnen we natuurlijk zonder meer ons lijstje van vorig jaar herhalen, want toen we zaten er volledig naast:

Alchian, Baghwati, Demsetz, Diamond, Dixit, Fama, French, Hart, Holmstrom, Jorgenson, Maskin, Milgrom, Myerson, Krugman, Thaler, Tullock, Williamson, Wilson.

Thomson (zie ook de post van Thijs vorig jaar) komt dit jaar ook met de naam van Jean Tirole, maar dat lijkt me toch een lastig verhaal. De man is zonder meer een van de meest briljante en produktieve economen, maar heeft niet echt een bijdrage geleverd die me fundamenteel genoeg lijkt voor het Nobelcomite. Maar we blijven hopen. Bovendien had Thomson vorig jaar Phelps correct getipt. Dit jaar noemen ze ook Helpman en Grossman, en Wilson en Milgrom. Maar als ik het goed heb was dat vorig jaar ook al het geval.

U wilt meer namen? Mankiw noemt Fama, Feldstein en Barro. Tyler Cowen heeft nog een intrigerende suggestie: Nordhaus. Immers: houdt zich bezig met milieu en dat is hot. Verder noemt hij Fama, Thaler, French, Williamson, Tirole, Krueger, Bhagwati, Tullock. Joshua Gans komt nog met Krugman, Romer, Myerson, Dixit, Maskin. Zelf hoop ik op Dixit of Myerson, en tip ik Fama en French. (zie vorig jaar). Hoewel die efficiente markten natuurlijk niet meer zo populair zijn.

Zo. Als de winnaar er nu nog niet tussen zit, gaan we volgend jaar gewoon nog meer namen noemen.

JBC

Eigenlijk is het maf dat we een categorie “Nobelprijs” hebben maar geen afdeling “John Bates Clark Medal“. Deze medaille wordt eens in de twee jaar uitgereikt aan de beste Amerikaanse econoom onder de 40. Vanwege dat trage tempo en het gegeven dat de meeste onderzoekers hun beste werk voor hun 40e doen, is er een sterke doorstroom van de JBC medal naar de Nobelprijs (40%, met 22 jaar ertussen, zegt Wikipedia).

En we hebben dit jaar een winnaar: Susan Athey, de eerste vrouwelijke medaillist. Econometriste, microeconome, IO- en veilingspecialiste met een h-score om koud van te worden. Belangrijkste bijdrage: het afleiden van resultaten op grond van zeer zwakke (monotoniciteits-) aannames.

Leuk voor ons: ze is getrouwd met een Nederlander.

Weer een Nobelprijs

De Nobelprijs voor de vrede is zojuist toegekend aan Muhammed Yunus en de Grameen Bank. Excellente keuze. Eigenlijk zou je het ook kunnen beschouwen als Nobelprijs voor Toegepaste Economie. Grappig, want de economieprijs van vorig jaar zou je kunnen beschouwen als een soort van Nobelprijs voor vrede. 

Muhammed Yunus bedacht in de jaren ’70 de Grameen Bank die microkredieten, miniscule leningen, verstrekte aan arme inwoners van Bangladesh. Het werd een doorslaand succes. Miljoenen mensen hebben uit abjecte armoede kunnen klauteren door de leningen van de Grameen Bank en zijn navolgers in andere landen. En voor de verstrekkende instellingen bleken die leningen nog winstgevend ook. Inmiddels hebben hele volksstammen economen zich op microkredieten gestort.

Pijnlijk

We meldden het al, gisteren won Edmund Phelps de Nobelprijs Economie. Toch eens kijken wat NOS Teletekst daar van gebrouwen heeft. Lees even mee:

De Amerikaan Edmund Phelps krijgt dit jaar de Nobelprijs voor Economie. Phelps ontvangt 10 miljoen Zweedse kroon, omgerekend 1,1 miljoen euro. Hij is hoogleraar politieke economie aan de Universiteit van Columbia. Phelps toonde aan dat trends in lonen en prijzen afhankelijk zijn van de verwachtingen ten aanzien van inflatie en werkloosheid. Lage inflatie nu leidt tot de verwachting dat die ook laag zal blijven. Daarop nemen politici en de top in het bedrijfsleven hun beslissingen. Phelps (73) is de zesde Amerikaan die de Nobelprijs voor Economie krijgt. De eerste ging in 1969 naar Jan Tinbergen.

Goed. Als u nu de indruk heeft dat het hier een van de weinige Amerikanen betreft die ooit de Nobelprijs Economie heeft gekregen, iemand die op wonderlijke wijze in Columbia is terecht gekomen en die middels een enquete heeft vastgesteld dat politici en de top in het bedrijfsleven hun beslissingen vooral nemen op basis van hun inflatieverwachtingen, dan moet ik u teleurstellen. Phelps zit niet op de “Universiteit van Columbia” maar op Columbia University, en dat is in New York. De man heeft theoretisch onderzoek gedaan waarvan bovenstaande op z’n zachtst gezegd een nogal merkwaardige weergave is (zie Thijs’ bijdrage voor een degelijke beschouwing). Tenslotte hebben alleen deze eeuw al meer dan zes Amerikanen de Nobelprijs Economie gewonnen. Waarschijnlijk bedoelt de begrijpelijkerwijs anonieme journalist dat dit jaar al zes Amerikanen een Nobelprijs hebben gewonnen.

Toch macro

Inderdaad. Bijna iedereen zat er naast. De Nobel van dit jaar gaat naar Edmund Phelps voor “zijn analyse van intertemporele tradeoffs in macro-economisch beleid”. Volgens mijn macro-collega’s is dat terecht. Al lijkt de officiele reden, net als vorig jaar bij Aumann, nogal gezocht en lijkt er vooral sprake te zijn van een oeuvre-prijs. Zoals altijd heeft de Nobel-site weer uitstekende achtergrondinformatie.

Als de prijzen voor de Vrede en de Literatuur niet zouden bestaan, zou de Nobelprijs voor de Economie een vreemde eend in de bijt zijn. Pas later ingesteld en niet eens door Nobel zelf, maar ook een prijs die vaak gegeven wordt als kroon op een, reeds afgeronde, carrière. Dat is iets anders dan de prijzen voor Schei- en Natuurkunde, waar duidelijke ontdekkingen, vaak slechts enkele jaren oud, voor een prijs kunnen zorgen. Misschien komt het doordat de prijs voor economen pas sinds 1969 bestaat: er moest een hoop ingehaald worden! Maar het kan ook zijn dat het in de economie wat langer duurt voordat we zeker weten dat de theorieën ook echt werken.

Van dat laatste weet de laureaat van vandaag, Edmund Phelps, alles. Lees verder “Toch macro”