Garnalen

Als ondernemer kijk je waar je kansen liggen. Valt ergens veel te verdienen, dan spring je er in. Ontstaat er zoveel concurrentie dat de prijzen tot onder je kosten gaan dalen, dan pak je je biezen en ga je weer iets anders doen. Op zoek naar nieuwe kansen.

De garnalenvissers denken daar heel anders over. Inderdaad, de sector die het een paar jaar geleden nog aan de stok kreeg met de NMa omdat ze niet eens onderlinge afspraken mochten maken. De garnalenvissers zijn vier weken massaal in staking, om zo te protesteren tegen ‘de veel te lage kiloprijs’. Op zich slim, want het effect van zo’n langdurige staking is natuurlijk precies hetzelfde als dat van collectieve vangstafspraken. Alleen is het een stuk lastiger voor de NMa om hier een stokje voor te steken.

Het verhaal is meteen een fraaie illustratie van waarom alleen al de hoop op staatssteun leidt tot grote economische inefficientie. Echte ondernemers gaan immers iets anders doen als de prijs te laag wordt. En wat doen de garnalenvissers?

We zullen in de komende dagen heel veel vergaderen.

KPN en de maximale winst

Dus, door een terugval in de vraag loopt de omzet van KPN omlaag en daarmee de winst. Om de winst te herstellen wordt in de kosten gesneden en gaat het bedrijf het met 5.000 werknemers minder doen. Logisch toch?

Nou nee. De 5.000 werknemers zijn niet meer nodig vanwege automatisering en omdat hun werk wordt uitbesteed aan India. KPN heeft dus een manier gevonden om hetzelfde product te leveren voor minder geld. Als de leiding van het bedrijf probeert de winst zo hoog mogelijk te maken (en dat is hun werk) dan zou deze besparing altijd doorgevoerd moeten worden, en niet alleen als het slecht gaat.

Er zijn twee mogelijkheden. De eerste is dat de leiding helemaal niet bezig is de winst zo hoog mogelijk te maken. Mensen ontslaan is vervelend en pas als het echt niet anders kan grijpt men naar de botte bijl. De tweede mogelijkheid is dat de besparingsplannen van KPN niet zo simpel zijn als nu wordt voorgesteld. Misschien is het onduidelijk of de computers en de Indiërs wel een vergelijkbaar product kunnen leveren. Twijfels hielden het plan tot nu toe tegen.

Of het is toeval dat de ontslagen en de teruglopende omzet samenvallen. Maar zo wordt het verhaal niet gebracht.

Alles te koop!?

Een paar jaar geleden hadden we het regelmatig over de verhandelbaarheid van lichaamsdelen en in hoeverre dat gewenst is (zie bijvoorbeeld dit bericht). Die discussie laait nu weer op, met het verschijnen van het boek Nier te koop – Baarmoeder te huur van het Rathenau Instituut dat gisteren verscheen. In de Volkskrant van gisteren zeggen de auteurs intrigerende dingen:

Uit het boek blijkt dat mensen in toenemende mate naar het buitenland reizen om daar alsnog een nier te kopen of een draagmoeder te huren. Voor nieren worden ‘reispakketten’ betaald van 45 duizend tot 100 duizend euro, soms vergoed door de verzekering. [?¦] Het is daarom achterhaald om in Nederland zo strikt vast te blijven houden aan altruïsme, stellen de onderzoekers [?¦] ‘Je kunt wel volhouden dat je in Nederland geen vergoeding mag vragen voor een nier, maar waar blijf je met die ethiek als er mensen doodgaan op de wachtlijst?’, stelt Steegers. 

In Nederland is volgens het boek sprake van een dubbele moraal: hoewel donoren geen geld mogen verdienen met lichaamsmateriaal, mogen derden dat wel. ‘Daar zit een rare twist in’, zegt Geesink.  Donoren geven  bijvoorbeeld gratis bloed, terwijl bloedbank Sanquin via zijn commerciële tak bloedplasmaproducten tegen marktprijzen verkoopt.

[dank aan Remco]

Benzineprijzen

Om nogal onduidelijke redenen maken volksvertegenwoordigers zich regelmatig druk over benzineprijzen. Benzine is namelijk best wel duur, en dat schijnt te komen door een gebrek aan marktwerking. Gisteren is er een motie aangenomen van PVV en PvdA die pleit voor een  onafhankelijk onderzoek naar de benzineprijzen. Het is immers “onbegrijpelijk dat de olieprijzen zijn gedaald maar de brandstof voor de consument duurder is geworden”.

Moment. Die olieprijs was toch juist flink aan het stijgen!? Kijk bijvoorbeeld eens naar deze plaatjes. Toch eens kijken naar wat er precies in de motie staat:

[?¦] constaterende dat de brandstofprijs vanaf 2008 met bijna 60% is gestegen bij een gelijkblijvende dollarkoers en een 33% gedaalde olieprijs’ [?¦]

Dat klinkt inderdaad schokkend. Als het waar zou zijn.

Eerst maar eens die olieprijs. Laten we voor het gemak eens uitgaan van de absolute piek in 2008. Op 11 juli van dat jaar kostte een vat olie 143.68 dollar, tegen een eurokoers van 0.632 komt dat neer op 90.81 euro. Afgelopen dinsdag kwam een vat uit op 75.91 euro (USD 102.48 maal 0.741 EUR/USD). Dat is een daling van 16%, niet van 30%. Zelfs als we uitgaan van de hoogst waargenomen prijs in 2008. De daling van 30% in de dollarprijs klopt dan namelijk wel, maar de gelijkblijvende dollarkoers zeker niet.

Dan de benzineprijs. Kijken we hier ook naar de piek van 2008 en gaan we uit van de gemiddelde landelijke adviesprijs, dan komen we op een prijs [klik op “GLA historie grafiek”] van 1.692 voor Euro 95. Op dit moment is die prijs 1.653. Dat is een daling van 2%, geen stijging van 60%.

Goed, als je het op een andere manier uitrekent (jaargemiddelden of iets dergelijks) zullen de precieze cijfers ook veranderen, maar een stijging van de brandstofprijs met 60% bij een 33% gedaalde olieprijs is sowieso volstrekte kolder.

Waarschijnlijk is een onafhankelijk onderzoek naar het economisch benul van kamerleden op dit moment dan ook meer op zijn plaats.

Prijszetting

Mathijs Bouman heeft weer een mooi voorbeeld van de  mythe van de doorbelasting gevonden. Die mythe luidt dat als de vaste kosten van een producent toenemen, de prijs omhoog moet. Ook wij besteden af en toe aandacht aan dit onderwerp, zie het doorbelasten van reclamekosten, boetes, en erfpacht. Er bestaan veel misverstanden over prijszetting, de manier waarop een producent bepaalt wat zijn product moet kosten. Wie iets van economie weet denkt al gauw aan MO=MK en komt er meestal wel uit, maar sommigen blijken er een heel ander model op na te houden.

Een mooi voorbeeld is deze column van Christiaan Weijts in NRC Next. Hij bespreekt de boekenmarkt en die van het openbaar vervoer, en na enig peinzen denk ik dat zijn model als volgt is: de omzet in een sector is een vast gegeven, en de prijs volgt uit het delen van die omzet door de verkochte hoeveelheid. Als het aantal kopers afneemt (Weijts schrijft over zwartrijden en kopieëren) neemt de prijs daarom toe. Ook dat is een vorm van de mythe, als de omzet constant moet blijven om de vaste kosten te dekken.

Klopt natuurlijk niet. De enige manier waarop diefstal gevolgen heeft voor de prijs is als marginale kosten erdoor veranderen (bijvoorbeeld doordat ze bij hogere bezetting toenemen), marginale opbrengsten (alleen klanten met een specifieke waardering stelen) of als het product niet op de vrije markt verhandeld wordt. Voor boeken is dat in ieder geval niet waar, en ik vraag me af of het voor het OV aan de orde is.

Club PAM

Vaste lezers zagen de afgelopen dagen de grafiek van de politieke aandelenmarkt vreemde sprongen maken. Om twaalf uur vanmiddag stond hij erbij zoals hieronder.

De koers van de VVD had op dat moment bijna de 70 bereikt, de PvdA hing rond de 18.  Alles kan, maar het lijkt waarschijnlijk dat er door deelnemers niet echt gespeculeerd werd op een historische politieke ommezwaai. De koers van je favoriete partij opjagen is ook leuk, vooral als het geen echt geld kost.

Want dat is natuurlijk de Achilleshiel van deze onderneming: iedereen die zich inschrijft krijgt een gratis kapitaal, dat naar hartelust gebruikt kan worden.  Zoals ik eerder deze week al schreef voldoet de markt eigenlijk niet aan de basisvoorwaarden, omdat er geen harde financiële prikkel aanwezig is.

Wat nu? Tot ons behoorlijke chagrijn moeten we afstappen van het principe van vrije toetreding en hebben we de politieke aandelenmarkt semi-besloten gemaakt. Zomaar inschrijven bij Inkling en dan de gratis dollars verbrassen kan niet meer, u moet eerst langs de ballotage. Mensen die mee willen doen sturen een mailtje naar eco@nomie.nl met hun volledige naam, e-mail adres en Inkling-gebruikersnaam. Daarna krijgen ze toegang tot de markt. Wie al actief was heeft automatisch toegang.

Wehkamp

De opkomst van de smartphone leidt tot allerlei nieuwe mogelijkheden voor concurrentie. Wehkamp komt met een wel heel intrigerende: wie de applicatie W.APP installeert, krijgt de komende dagen 10% korting, maar alleen als hij zich bevindt in de winkel van een concurrent. Via GPS software is dat eenvoudig te achterhalen.

Of het verstandig is, is een ander verhaal. Sommige mensen zijn al bij de concurrent om daar een aanschaf te doen. Als zij door de 10% extra korting worden overgehaald, is dat winst voor Wehkamp. Maar anderen waren al van plan bij Wehkamp te kopen en zullen juist naar een concurrerende winkel gaan om zo de 10% extra korting te pakken. Als ze daar eenmaal zijn, besluiten ze misschien wel om toch maar in die winkel te kopen. En dat is slecht nieuws voor Wehkamp, die zo toch een beetje de kat op het spek bindt.

U bent een aap

AapTijdens de Den Uyl lezing [pdf] vergeleek Wouter Bos de markt met Bokito. Het is een hilarische vondst en zeker de quote du jour. Bos zei:

De markt gedraagt zich soms als Bokito. Je kunt heel lang denken dat je hem onder controle hebt maar op een dag doet hij toch wat zijn reflexen hem ingeven. Uiteindelijk geeft een hele brede diepe greppel meer zekerheid dan een goede dompteur.

Mooie beeldspraak. En een prima slachtoffer natuurlijk, want wie durft zich nog uit te spreken voor de markt?

Laten wij het (nog maar eens) proberen. De markt, dat is wat er gebeurt als volwassen mensen met elkaar handelen zonder dat de overheid daar continu met de neus bovenop staat. Dat gaat meestal prima, want u en uw tegenpartij weten heel goed wat u wilt. De markt, dat is toch vooral zelf kunnen kiezen, de macht bij de consument. De markt, dat bent u zelf. Vaak zijn het de grootkapitalisten, de natuurlijke vijand van Wouter Bos, die het minste belang hebben bij een eerlijke markt.

Dat weet Wouter Bos ook en daarom is zijn lezing de moeite waard: het subtiele verhaal (dat de krant in tegenstelling tot Bokito niet haalt) bevat veel goede punten, over meetbare en onmeetbare welvaart en ondernemerschap als motor. En de quote over economen is beter dan die over apen:

Het brengt mij bij mijn volgende punt en dat is vooral een oproep aan economen, ook pvda economen. En daar zijn er nogal wat van. We hebben zelfs een officiële economenparadox. Die luidt dat 80% van de toonaangevende economen in Nederland lid is van de PvdA maar dat 80% van onze achterban grote moeite heeft met de economische recepten waar zij mee leuren.

(Zou dat kloppen, dat percentage?) De oproep is om niet alleen te kijken naar zaken die in geld uit te drukken zijn. Echte economen doen dat als het goed is vanzelf.

De telefoonrekening

Begrijpt u ook niets van uw telefoonrekening? De wirwar aan tarieven maakt dat de burger door de bomen het bos niet meer ziet. En dus moet er iets aan gedaan worden.

Pogingen tot een rekeningen-beleid zijn natuurlijk dapper maar gaan voorbij aan de reden dat belbedrijven werken met al die ingewikkelde bundels, kortingen en beltegoeden. Dat heeft te maken de aard van het verhandelde product: afgezien van wat kleine verschillen in het netwerk maakt het de beller niet uit van wie hij de minuten afneemt, het product is volstrekt homogeen. En bij vrije concurrentie op een homogeen goed draait alles om de prijs. Als de kosten voor overstappen gering zijn is het enige evenwicht op den duur dat alle aanbieders dezelfde, minimaal mogelijke prijs hanteren.

Er is de aanbieders dus veel aan gelegen om de markt tóch niet homogeen te maken. De beste manier om dat te doen is onduidelijkheid in de prijsstructuur. Zolang de klant de prijzen niet kan vergelijken is de prikkel om over te stappen beperkt. En daarom zal het beleid dat vandaag wordt aangekondigd waarschijnlijk niet helpen: de huidige wirwar is met opzet veroorzaakt en na elke ontwarrende richtlijn kun je wachten op het volgende nieuwe “belproduct” dat nét niet in de officiële categorieën past.

Een beter idee is dat van economen Thaler en Sunstein. Zij pleiten ervoor dat bedrijven mogen prijzen zoals ze willen, zolang ze maar een maandelijkse rekening leveren in een standaard Excel-sheet. Daarin staat het gebruik van de consument en de bijbehorende prijs (in dit geval per gesprek de plaats, tijd, duur en de kosten). Concurrenten kunnen dan via hun website de gegevens publiceren die de consument in staat stellen uit te rekenen hoeveel hij bij hun kwijt zou zijn geweest, bij hetzelfde belgedrag. Zo kan de consument altijd de relevante gegevens vergelijken. Toevallig is Thaler over anderhalve maand in Den Haag. Goed opletten!

Terug naar werkspot.nl

Een aantal maanden geleden berichtten wij over werkspot.nl, u weet het vast nog wel, die website waar u uw klussen kunt aanbesteden bij de laagste inschrijver, behalve dan wanneer de website vindt dat de prijs wat al te laag is. Vorige week kwam de NMa met de uitkomsten van het vooronderzoek.

Conclusie (mijn interpretatie): Men heeft er moeite mee (“Als de site daar transparant over zou zijn dan kan een consument [?¦] zelf bepalen of hij de klus dan via een andere site of ander kanaal aanbiedt”), maar kan er niets aan doen (“er is niet gebleken dat de werkwijze van Werkspot.nl het gevolg is van afspraken tussen de deelnemende bedrijven. Daarnaast is er volop keuze voor consumenten om hun klussen aan te bieden waardoor zij erachter kunnen komen of er nog lagere aanbieders zijn.”)

Tja. Het is niet anders. Maar het blijft dubieus. Ook op de uitlegpagina of bij de veelgestelde vragen staan geen opmerkingen over een minimumprijs. Vooral omdat werkspot claimt dat de minimumprijs er is om de consument te beschermen, is dat wat vreemd. Zo’n gratis extra bescherming. die meld je toch prominent!? (dank aan Jacco)