De achtergebleven regio

In dit bericht van bijna dertien jaar geleden zijn alle hyperlinks naar Nederlandse bronnen inmiddels bezweken aan de vooruitgang. Gelukkig is het thema onverminderd actueel. Ik moest denken aan dit oude verhaal dankzij de Free Lunch column* vanmiddag in de Financial Times.

Even snel resumeren. De kwestie was een destijds dreigend massa-ontslag bij NedCar in Limburg, en de vraag of de regering daar iets aan moest (of kon) doen. Het stuk in de FT laat zien wat anno 2019 de state of the art is rondom de problematiek van de achtergebleven regio. Volgens het stuk zijn er grofweg twee oorzaken aan te wijzen waarom arme regio’s tegenwoordig steeds verder achterop raken bij rijke regio’s:

  • Technologische vooruitgang maakt de industrie te productief, in de zin dat er maar weinig mensen nodig zijn om de gevraagde hoeveelheid te produceren. De rest van de vraag wordt vervuld door de dienstensector, en die floreert met name in de grote stad. De regio die voorheen dreef op industrie blijft achter. Zie ook de Tinbergenlezing van vorig jaar.
  • Instituties (inclusief “sociale contracten”) geven een kleiner gedeelte van de economische opbrengst aan de factor arbeid. Denk aan de teloorgang van vakbonden, de grotere tolerantie voor ongelijkheid. Dat benadeelt de regio die het vooral moet hebben van z’n loopvermogen.

Wie deze factoren aanwijst als de oorzaak van het achterblijven van regio’s maakt het de beleidsmaker moeilijk, want het aanpakken bij de bron is vrijwel niet te doen. Ik betoogde in 2006 dat het direct ingrijpen in de markt geen goed idee was, maar het helpen van de ontslagen werknemers wel. Inmiddels zijn er drie soorten beleid dat kan worden gebruikt in dit soort gevallen.

  • Geld sturen. Liefst gekoppeld aan wat juiste prikkels. De FT verwijst naar deze studie over Europese subsidies, die aantoont dat ze leiden tot hogere groei (mits uitgedeeld aan kleine bedrijven).
  • Aansluiting veroorzaken, het zij met een weg of een spoorlijn, het zij “psychologische aansluiting” bij de economische kern. Hoewel het oude spreekwoord “elke ingang is ook een uitgang” niet moet worden vergeten.
  • De regio ontwikkelen om zelf een groeipool te worden met iets heel nieuws.

Succes! Hoewel de problematiek volgens het stuk al “sinds de jaren ’80” speelt is het palet mogelijkheden nog niet erg veel veranderd. Zie bijvoorbeeld dit stokoude stuk over mogelijkheid 2. Uiteindelijk komt het voor de achtergebleven regio vaak neer op optie 1, als ze tenminste in de juiste transferunie zitten.

Gelukkig werkt dat soms gewoon. De productiestatistieken lijken in ieder geval aan te geven dat NedCar weer net zoveel produceert als voor de ellende in 2006.

* Deze link verwijst naar een artikel achter de betaalmuur van de FT.

Bruto regionaal inkomen

Ach, is het al weer mid-februari? Die tijd van het jaar dat Eurostat de BBP-cijfers van Europese regio’s publiceert? Inderdaad, die cijfers komen vandaag uit [pdf]. Zie vooral onze berichtgeving van vorig jaar deze tijd, waarin we nog eens ingingen op het verschil tussen BNP en BBP, de rol van forenzen en het verschil tussen productie en looninkomen.

Door de gestegen olie- en gasprijs is Groningen dit jaar de Nederlandse provincie met de hoogste productie per inwoner (vorig jaar stond Utrecht bovenaan). Omdat productie niet automatisch looninkomen is en sommige mensen die in Groningen werken in Drenthe wonen, zegt dat niet zoveel over het inkomen van de gemiddelde Groninger. Eens kijken wat het ANP er dit jaar van bakt.

Groningen staat op de tiende plaats van rijkste regio’s als wordt gekeken naar het bruto nationaal product (BNP) per inwoner. […] Eurostat tekent daarbij aan dat de cijfers een beeld geven van de totale economische activiteit in de Europese regio’s. Forenzen kunnen de productie sterk doen stijgen, maar dat betekent niet dat het BNP per huishouden automatisch ook zo hoog ligt. De regio Utrecht (13e) is de één-na-rijkste van de Nederlandse regio’s.

Goed, let op: per capita getallen geven géén beeld van de totale economische activiteit. Wat betreft het BNP per huishouden, dat ligt juist wel automatisch hoog als het BNP per inwoner dat ook is (tenzij er grote regionale verschillen in de gemiddelde huishoudgrootte zijn). Alleen gaan de cijfers daar niet over. Eurostat meet BBP per inwoner (zie vorig jaar). Daar heeft het huishouden weer niets aan omdat het geen inkomen is. Het is dan ook niet juist om van regionale rijkdom te spreken, want Groningen wordt niet rijk van haar aardgas. Dat is veeleer de regio Den Haag.

Volgend jaar nog maar een keer proberen? (update 13/2: de Groningers zijn er ook niet gelukkig mee. Maar klagen bij Eurostat lijkt mij niet de juiste oplossing.)
Lees verder “Bruto regionaal inkomen”