Golden Hill

Gedurende zo’n 40 jaar in de zeventiende eeuw lag op de zuidpunt van het eiland Manhattan de Nederlandse stad Nieuw Amsterdam. Tijdens één van de talrijke Nederlands-Engelse oorlogen verloren we dit gebied aan de Britten. Op andere continenten veroverden we juist terrein, waardoor men soms zegt dat Nieuw Amsterdam is geruild voor Suriname en het eiland Run.

Hoe dan ook, onder Engels bewind waren er nog behoorlijk wat Nederlanders in (inmiddels) New York. Dat zij hun sporen in de stad hebben achtergelaten is bekend; in de bebouwing en zelfs nog in de taal, zoals in het mooie New Yorkse woord stoop (voor, inderdaad, de stoep).

Ik vertel dit allemaal als achtergrond bij het leukste boek dat ik deze vakantie las, Golden Hill van de Brit Francis Spufford. Het boek speelt in 1746, als New York al zo’n 80 jaar Brits is, dertig jaar voor de onafhankelijkheid. Het is een boek voor Nederlanders en economen, en zeker voor mensen die allebei zijn. Het grote plot draait om geld, en de manier waarop dat tussen Londen en de kolonie verplaatst wordt. Er is geen centrale bank in New York, een gebrek aan edelmetaal en toch wordt er fors handel gedreven. Hoe dat allemaal werkt (en niet werkt) is fascinerend en geeft aanleiding tot grote plotwendingen. Zie hier voor een voorproef. Dat vertrouwen een essentiële rol speelt in geldzaken is in de 18e eeuw een stuk duidelijker dan vandaag. De economische logica in het boek is prima in orde, net zoals in Red Plenty, van dezelfde auteur zeven jaar geleden.

En dan de Nederlanders. Ze spelen een grote rol in het zakenleven van New York in 1746, en de beschrijvingen van onze landgenoten zijn treffend. De manier waarop een humoristisch Sinterklaasgedicht compleet verkeerd valt bij het slachtoffer is uit het leven gegrepen.

Een aanrader dus, voor wat er nog rest van de zomer. Wie liever Nederlands leest kan wachten op de vertaling, die komt in November. Mooi op tijd voor Sinterklaas.

Red Plenty

Eerder dit jaar las ik Red Plenty van Francis Spufford en door voortdurende drukte was ik vergeten om er een berichtje over te typen. Gelukkig is het weer de tijd van best of the year lijstjes zoals deze, waarop het boek liefst drie keer voorkomt. Zo heb ik een reden om er toch nog even iets over te melden.

We zijn als economen druk doende om alsmaar uit te leggen dat het verwerken van schaarste via markten een goed idee is. Maar de beste manier om dat uit te leggen is misschien wel door te kijken naar situaties waarbij een andere methode gekozen wordt. Het is wat flauw om dan over een verziekte omgeving als het Oost Europa van eind jaren ’80 te beginnen, maar Spufford geeft het alternatief een echte kans in dit boek over de Sovjet Unie in de jaren ’50. Vol optimisme over de planeconomie en vastberaden de Amerikanen achter zich te laten.

Het is een wat onconventioneel boek zoals Neal Stephenson ze ook wel schrijft: een roman waarin echte gebeurtenissen en personen een rol spelen, waarin de grote lijnen kloppen maar de details grotendeels verzonnen zijn. En zo krijg je een verhaal waarin bijvoorbeeld de mysterieuze Nobelprijswinnaar Leonid Kantorovich een grote rol speelt, en Chroesjtsjov. Op fraaie wijze komt aan het licht hoe het plan uiteindelijk misloopt: met fabrieksdirecteuren die net de verkeerde prikkels krijgen, via een planner die ze de verkeerde machine stuurt omdat de prijs van machines per kilo wordt vastgesteld en de nieuwe, betere machine te licht is, en zo voort naar de grote misstanden als de politisering van wetenschappelijk onderzoek. Tussendoor krijgt de lezer ook nog een hoofdstuk over de oorzaken van longkanker, en de bijbehorende loterij in de longen van een OR-programmeur.

Leuk boek, en economisch klopt het als een bus: UvA-professor Ellman consulteerde de schrijver. Hier is de site met gratis hoofdstuk, hier klaagt de schrijver dat op de cover een cyrillische Ya staat in plaats van een R. Misschien iets voor op uw verlanglijstje.