Volgens sommige puristen zou het nieuwe gebouw van de onafhankelijke centrale bank eigenlijk een grote slotgracht moeten hebben. Zijn er politici in aantocht, met koffers vol onverkoopbare obligaties, dan kan het personeel makkelijk de brug ophalen en het gespuis buiten de deur houden. De centrale bank kan hen niet monomaan genoeg zijn; zaken doen in ordinair schuldpapier tast slechts de brandschone reputatie aan.
En dan zijn er de rekkelijken. Zij verwijzen naar wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat reputatie er niet zoveel toe doet, en dat het bij centrale banken maar om twee dingen gaat: kunnen ze nee zeggen tegen de verkopers van overheidsschuld als ze dat willen, en kan de baas ontslagen worden als hij het niet goed doet? Als dan de bevolking de bank voldoende steunt komt het met de inflatie ook wel goed.
Dit standpunt wordt uitstekend verwoord door de Amerikaanse econoom Adam Posen in deze speech [pdf] van een paar dagen geleden. Het kan haast niet anders of Posen heeft kinderen in de puberteit – zijn vergelijkingen met de reputatie van tieners op school en de rol van maagdelijkheid zijn bijzonder treffend. Leuk voor ons is dat veel van zijn inzichten komen uit het werk van Nederlandse economen. Conclusie van het verhaal: laat centrale banken rustig handelen in verdachte waar, zolang ze maar nee kunnen zeggen als het erop aankomt. Een belangrijke mening, want Posen is mede verantwoordelijk voor het beleid van de Britse centrale bank.
Eerder plaatsten we dit over de geldpers; dit schreef ik er 10 jaar geleden over. Overigens: lees bovenstaande 10 pagina’s en concludeer met mij: weinig teksten lezen beter dan een uitgeschreven speech. De Nederlandse traditie op dit vlak is erg zwak; ik kan mee uit het afgelopen seizoen niet één vlammend betoog van een lijsttrekker herinneren. Hier ligt nog een groot terrein braak.