Kilogrammen

Als trouw lezer van “Alles van CBS” ben ik gewend om inderdaad van alles aan mij voorbij te zien trekken. Meestal is de kop van het bericht genoeg, soms lees ik door voor de leuke weetjes, maar af en toe komt het voor dat een statistiek me niet meer loslaat.

Dit bericht van vorige week spookt nog steeds door mijn hoofd. De nijvere statistici blijken bij te houden hoeveel goederen ons land binnenkomen en weer verlaten, als onderdeel van de internationale handel. Handelsstatistieken, nogal wiedes zegt u terecht, maar wist u dat ze dat ook doen in termen van gewicht? Kijk naar onderstaande figuur (bron) en verwonder.

We zien hier dat jaarlijks 604 miljard kilogram goederen het land bereikt. De uitgaande stroom bedraagt 545 miljard kilo. Een gedeelte van de goederen is slechts op bezoek, en vormt de doorvoer of wederuitvoer (midden, zo’n 300 mrd kg). Er blijft 296 miljard kilo achter (17,330 kilo per Nederlander!) maar we voeren ook 226 miljard kilo eigen product weer uit.

Het fascinerende is dat er dus jaarlijks 59 miljard kilo meer materiaal ons land binnenkomt dan er uitgaat. Stel, het betrof louter hardsteen, dan konden we er een berg van 282 meter van bouwen, niet veel kleiner dan de Vaalserberg. En dat jaar na jaar. Waar zouden al die spullen blijven?

Nee wacht – dit is alleen de handel. Als we wijn importeren uit Frankrijk en het vocht via de afwatering ons land weer verlaat, dan staat het wel bij de import maar niet bij de export. Idem voor verstookte brandstof – die trouwens een wonderlijk groot aandeel van de vervoerde kilo’s blijkt te zijn. We kunnen dus niet zien hoeveel materiaal er jaarlijks in Nederland bijkomt.

Waarom houdt het CBS het gewicht bij? Het lijkt geen nuttige economische indicator. Maar in het bijbehorende paper staat een goede reden: de toegevoegde waarde per kilo product van Nederlandse uitvoer is 20 keer zo hoog als die van de doorvoer. Het beslag op de infrastructuur van beiden is gelijk, en de externe effecten (vervuiling, geluid) ook. Dat leidt tot interessante overwegingen.

Nog even rekenen. Hoe verhoudt de totale goederenstroom zich tot het water dat door de Rijn stroomt? Met het huidige volume bij Lobith gaan er in iets meer dan drie dagen evenveel kilo’s door de Rijn als de hele jaarlijkse handelsstroom door Nederland.

De achtergebleven regio

In dit bericht van bijna dertien jaar geleden zijn alle hyperlinks naar Nederlandse bronnen inmiddels bezweken aan de vooruitgang. Gelukkig is het thema onverminderd actueel. Ik moest denken aan dit oude verhaal dankzij de Free Lunch column* vanmiddag in de Financial Times.

Even snel resumeren. De kwestie was een destijds dreigend massa-ontslag bij NedCar in Limburg, en de vraag of de regering daar iets aan moest (of kon) doen. Het stuk in de FT laat zien wat anno 2019 de state of the art is rondom de problematiek van de achtergebleven regio. Volgens het stuk zijn er grofweg twee oorzaken aan te wijzen waarom arme regio’s tegenwoordig steeds verder achterop raken bij rijke regio’s:

  • Technologische vooruitgang maakt de industrie te productief, in de zin dat er maar weinig mensen nodig zijn om de gevraagde hoeveelheid te produceren. De rest van de vraag wordt vervuld door de dienstensector, en die floreert met name in de grote stad. De regio die voorheen dreef op industrie blijft achter. Zie ook de Tinbergenlezing van vorig jaar.
  • Instituties (inclusief “sociale contracten”) geven een kleiner gedeelte van de economische opbrengst aan de factor arbeid. Denk aan de teloorgang van vakbonden, de grotere tolerantie voor ongelijkheid. Dat benadeelt de regio die het vooral moet hebben van z’n loopvermogen.

Wie deze factoren aanwijst als de oorzaak van het achterblijven van regio’s maakt het de beleidsmaker moeilijk, want het aanpakken bij de bron is vrijwel niet te doen. Ik betoogde in 2006 dat het direct ingrijpen in de markt geen goed idee was, maar het helpen van de ontslagen werknemers wel. Inmiddels zijn er drie soorten beleid dat kan worden gebruikt in dit soort gevallen.

  • Geld sturen. Liefst gekoppeld aan wat juiste prikkels. De FT verwijst naar deze studie over Europese subsidies, die aantoont dat ze leiden tot hogere groei (mits uitgedeeld aan kleine bedrijven).
  • Aansluiting veroorzaken, het zij met een weg of een spoorlijn, het zij “psychologische aansluiting” bij de economische kern. Hoewel het oude spreekwoord “elke ingang is ook een uitgang” niet moet worden vergeten.
  • De regio ontwikkelen om zelf een groeipool te worden met iets heel nieuws.

Succes! Hoewel de problematiek volgens het stuk al “sinds de jaren ’80” speelt is het palet mogelijkheden nog niet erg veel veranderd. Zie bijvoorbeeld dit stokoude stuk over mogelijkheid 2. Uiteindelijk komt het voor de achtergebleven regio vaak neer op optie 1, als ze tenminste in de juiste transferunie zitten.

Gelukkig werkt dat soms gewoon. De productiestatistieken lijken in ieder geval aan te geven dat NedCar weer net zoveel produceert als voor de ellende in 2006.

* Deze link verwijst naar een artikel achter de betaalmuur van de FT.

Industrial Organization: The Musical

Wegens groot succes bij het basisvak microeconomie (zie eerder bericht) sinds dit jaar ook bij mijn tweedejaarsvak Industrial Organization elke week een passend stukje muziek voor als de studenten binnen druppelen. Ook als Spotify Playlist. Opnieuw houd ik mij aanbevolen voor suggesties. Komt-ie:

TopicSong
Price DiscriminationBruce Springsteen; Price You Pay
Game TheoryQueen; Play The Game
Cournot/StackelbergU2; I Will Follow
CartelsBrian Ferry; Let’s Stick Together
MergersIlse de Lange; We Are One
PredationClash; Should I Stay Or Should I Go
R&DMatt Simons; We Can Do Better