Oscar

Het valt niet mee tegenwoordig, econoom zijn. Al die modellen van ons, dat is helemaal niks, markten zouden helemaal niet werken en we hadden niet eens de kredietcrisis aan zien komen. Qua gebrek aan aanzien doen we nauwelijks nog onder voor topbankiers, zo lijkt het.

In zulke tijden ga je je wanhopig vastklampen aan elk positief geluid. Elk nieuwtje dat maar een beetje bij kan dragen aan een wat positievere beeldvorming van De Econoom, je grijpt het met beide handen aan.

Valt er iets positiefs te melden dan? Toch wel. Bij de aankondiging van de Oscarnominaties vorige week bleek een van de genomineerden voor Beste Acteur Richard Jenkins voor zijn rol in The Visitor. En nu komt het: Jenkins speelt in die film een econoom.  Ik bedoel maar.

Hart en Ziel

Vanavond bij de publieke omroep alweer een soort van programma over economie. Op Nederland 2, Hart en Ziel, een psychologisch magazine,om 19:20. Dit keer over geld:

Geld is volgens sommige psychologen de meest gevoelige zenuw in het menselijk lichaam. En daarom doet de kredietcrisis ook zoveel pijn. Over geld en de invloed ervan op het menselijk gedrag gaat deze aflevering. Te gast is prof. dr. Henriette Prast. Zij is emotie-econoom en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Mannen en vrouwen blijken anders om te gaan met financiën en elk mens heeft een financieel karakter. Onderzocht wordt wat voor ‘geldtype’ Mieke van der Weij is. Verder zijn te gast Jerry de Leeuw, voormalig beurshandelaar, en filmmaker Frans Bromet, die vertelt over zijn nieuwe documentaire ‘Slapend rijk’ . Bromet doet ook een psychologische test.

[dank aan Linda].

Het mysterie van de particuliere belegger

Nog even terugkomen op een bericht van Thijs, vorige week, waarin hij constateerde dat CBS-cijfers suggereren dat gedurende de eerste 9 maanden van vorig jaar de Nederlandse particuliere belegger óf het aanzienlijk beter heeft gedaan dan de markt (wat zeer onwaarschijnlijk is), óf massaal aandelen heeft bijgekocht (wat vrij onwaarschijnlijk lijkt).

Gisteren berichtte NRC next over de cijfers (helaas niet online). Opvallend citaat:

Het CBS constateert tevens dat particuliere beleggers per saldo voortdurend aandelen verkopen.

De koopzondagen (1)

Er ligt een plan om het aantal koopzondagen in Nederland te beperken. De Tweede Kamer sprak er vorige week al over. Het platform detailhandel is tegen en claimt dat de beperking 20.000 banen kost. Dat getal domineert inmiddels het debat, mede door een advertentie die het platform vandaag laat plaatsen.

Waar komt het getal vandaan? Van het platform zelf, maar op hun site staat geen verantwoording. Om iets over de methode te weten te komen moeten we naar dit interview op BNR luisteren. Jelger Zee van het platform licht daar toe: 1) de achterban vreest 3 tot 4% omzetverlies en 2) elk procent omzetverlies kost 5.000 banen. Het argument dat gemiste omzet op andere dagen wordt goedgemaakt klopt niet, want “op zondag gaan mensen anders winkelen, mensen gaan funshoppen.”

Dit “onderzoek” is redelijk arbitrair en hangt op de natte vinger van de winkelier. Dat de kranten het toch afdrukken toont maar weer eens hoe verleidelijk een getal kan zijn, ook al valt het uit de lucht. Twintigduizend banen, meneer, in deze tijd.

Maar stel dat het klopt, een mogelijkheid die we niet mogen uitsluiten. Zijn die 20.000 mensen dan voor altijd werkloos? Welnee, de consument moet ergens naartoe met zijn geld. De bestedingen buiten de detailhandel groeien, internetwinkels (altijd open!) zoeken personeel, de horeca. De juiste kop is in dat geval, “minder koopzondagen kost 20.000 banen in de detailhandel“. Op langere termijn komt iedereen wel weer onder dak. Maar de langere termijn, dat duurt even, en het is een feit dat het niet handig is om juist nu werkgevers in het nauw te brengen.

Ik snap dat het platform het via de banen speelt, een politiek moeilijk punt in deze tijd. Maar de werkelijke kwestie is volgens mij een andere. Door winkels te verbieden op zondag te openen maakt de regering transacties onmogelijk, transacties tussen volwassen mensen die daar allebei beter van worden. Zondagssluiting is niet alleen slecht voor winkelpersoneel, maar vooral voor de consument. En het zijn de consumenten die over twee jaar de regering gaan beoordelen.

Prijseffecten van benzineveilingen

Sinds 2002 worden elk jaar de huurrechten geveild van een aantal benzinestations langs de snelweg. Het idee was dat er op die manier meer concurrentie zou komen, en dus lagere prijzen. De grote maatschappijen hadden bovendien een reductieverplichting: zij moesten voor 2006 een aantal van hun stations langs de snelweg afstoten.

Vandaag verschijnt in economenvakblad ESB een onderzoek naar de prijseffecten van die veilingen, van de hand van onder meer ondergetekende. De conclusie?

De veiling van pompstations langs de snelweg als zodanig heeft dus geen effect op concurrentie. Pas wanneer deze gepaard gaat met een reductieverplichting, is een prijseffect [van zo’n 2%] waarneembaar. In de toekomst kan meer concurrentie worden bewerkstelligd door een nieuwe reductieverplichting, niet door de veilingen in hun huidige vorm.

Wie (werkt bij een instituut dat) een abonnement heeft, haalt hier een pdf-je. De echte liefhebber leest hier [pdf] het volledige onderzoek.

De president en de econometrist

Voor Sinterklaas kreeg ik het boek De herovering van de Amerikaanse droom, een memoire van Barack Obama over zijn belevenissen in de Amerikaanse politiek. Toen ik het gisteren eindelijk doorbladerde (het boek ligt in een hoge stapel nog te lezen) bleef mijn oog opeens hangen. Bovenaan pagina 111 prijkt, geloof het of niet, een vergelijking.

Meneer Hull beschouwde zijn bedrevenheid met cijfers trouwens als een groot voordeel. Op een gegeven moment tijdens de campagne onthulde hij tegenover een journalist een wiskundige formule die hij had ontwikkeld om verkiezingen te winnen, een algoritme dat begon met

Kans = 1/(1 + exp( -1 x ( 3,9659056 + (General Election Weight x 1,92380219…)

en verscheidene onbegrijpelijke factoren later eindigde.

Obama heeft het hier over zijn tegenstander in de campagne om senator te worden, ene Blair Hull. De econometrist herkent in meneer Hull natuurlijk meteen een collega die een logit-vergelijking heeft geschat op de kans dat een willekeurige burger zijn of haar stem op hem uit zal brengen. Daar is niets onbegrijpelijks aan. Maar wat waren de andere regressoren?

Het artikel van de journalist waar Obama over spreekt staat gelukkig nog steeds on line, lees het hier. Het levensverhaal van Hull is zeker de moeite waard: hij tilde onder meer de casino’s in Las Vegas met behulp van statistiek en werd multi-miljonair op de beurs. Hij verloor slechts van Obama omdat zijn ex-vrouw hem vlak voor de verkiezingen dwars zat.

En wat zegt de nieuwe president, nadat hij kennis heeft genomen van de regressie van zijn tegenstander? “Je kon mijn opponent dus gerust afschrijven.” En bedankt.

Raketten en veertjes

Uit de empirische literatuur is bekend dat prijzen sneller een stijging in marginale kosten volgen dan een daling. Met andere woorden: als de kosten stijgen, dan wordt die stijging meteen doorberekend in de prijs, terwijl de consument in geval van een kostendaling een flinke tijd moet wachten voordat de prijzen naar beneden gaan. Zie bijvoorbeeld dit artikel van Peltzman. “Rockets and feathers” wordt dat in de literatuur genoemd: prijzen schieten omhoog maar dwarrelen slechts langzaam naar beneden.

Theoretisch is dat verdraaid lastig te verklaren. Op het eerste gezicht lijkt het fenomeen te duiden op een groot kartel. Maar een perfect kartel zet gewoon een monopolieprijs, en heeft geen reden om dat bij een kostenstijging eerder te doen dan bij een kostendaling.

En het fenomeen duikt opnieuw op:

De consumenten merken nog te weinig van de sterk gedaalde prijzen van groente, vlees en andere landbouwproducten. Supermarkten en andere handelaren rekenen de prijsdaling slechts traag door aan consumenten. Dat in tegenstelling tot de sterke prijsstijgingen vorig jaar, aldus de Europese Commissie maandag.

Minister Verburg van Landbouw weet de oplossing:  de consument “beter zicht geven in de prijzen van producten en grondstoffen.”:

Zet de spotlamp op die prijzen: dat zal helpen. Als het graan goedkoper wordt, mag je toch verwachten dat het brood ook goedkoper wordt.

Een interessante gedachte, maar zover ik kan beoordelen is er weinig empirische of theoretische onderbouwing voor de stelling dat dat zou helpen.

Overheidssteun

De Franse staat gaat haar autofabrieken steunen (hier met meer details in het Frans, 10% van de Franse beroepsbevolking doet iets in de autoindustrie). Het zou gaan om €5 à 6 mrd.

Eens even rekenen. De Amerikaanse automakers vroegen om $25 mrd, dat is zo’n €19,3 mrd oftewel €63 per Amerikaan. Grote consternatie, Bush geeft net genoeg geld om van het probleem af te zijn en de heersende opinie is dat er nu echt geherstructureerd moet worden.

Stel dat het bij 5 miljard euro blijft, in Frankrijk. Dat is €77 euro per Fransman, zo’n 21% meer dan wat de Amerikanen hadden moeten betalen. Maar van een publieke oproer geen spoor.

(Overigens: maakt u zich zorgen over wisselkoersen en arbeidsparticipatie bij dit soort berekeningen? Eenhedenvrij is het verschil nog groter: de Amerikaanse steun zou 0,18% van het BBP zijn, de Franse steun 0,26% van het BBP).

Reclame

U vindt dat er teveel geadverteerd wordt, dat adverteerders maar allerlei dingen beloven en de meest absurde claims doen? Dan bent u niet de enige.  Samuel Johnson zegt het als volgt:

Advertisements are now so numerous that they are very negligently perused, and it is therefore become necessary to gain attention by magnificence of promises, and by eloquence sometimes sublime and sometimes pathetic.

Is dat iets van de laatste tijd? Niet bepaald. Bovenstaand citaat is vandaag namelijk precies 250 jaar oud. Echt waar