Geschiedenis, herhaald.

Weet u het nog? Januari dit jaar was er een opstootje rond een verzekering voor snelheidsboetes. Commotie in Den Haag, de Nederlandsche Bank startte een onderzoek en voordat er een verzekering verkocht was, was het bedrijf in kwestie alweer verdwenen. Jammer, want onze voorspelling dat zoiets nooit lang goed kan gaan bleef zo ongetest.

Enter Orfub. Nieuw bedrijf, zelfde principe. De automobilist betaalt €102 voor een jaar en kan drie boetes van rond de €85 declareren. Wie een jaar lang niet claimt, krijgt €51 terug.

Opnieuw durf ik de voorspelling aan: dit bedrijf is in no time over de kop. De no-claim korting legt dan wel iets van het risico bij de bestuurder, maar wie na één boete nog rustig aan doet is dom bezig. Dat de oprichter zijn verzekeringsproduct vergelijkt met een spaarpot doet het ergste vrezen voor het lot van zijn bedrijf.

Vertaalprijsafspraken

Altijd weer komisch om te zien met welke argumenten beroepsgroepen aan komen zetten om het in de lucht houden van een kartel te rechtvaardigen. Vandaag de Vereniging van Letterkundigen die op aandrang van de NMa haar adviestarieven voor vertalers en auteurs toch maar laat varen. “De NMa beschouwt het literaire boek als een puur economisch product, maar dat is het niet”, sputtert de voorzitter. Daarmee lijkt ze te bedoelen dat de kwaliteit van het geleverde werk ook van belang is, maar daarin is deze branche bepaald niet uniek. Of deze: “Schrijvers en vertalers werken al ver onder de marktprijs”. Hoe ze die marktprijs dan definieert, blijft onduidelijk.

Maar verreweg de leukste is deze: “Het loslaten van de tarieven betekent uren van individuele onderhandelingen. Daar is niemand bij gebaat.” Precies. Dat is ook de reden dat ik altijd naar winkels ga die aangesloten zijn bij een kartel. Bij winkels die wel concurreren zit je alleen maar uren te onderhandelen over de prijs.

Leiderschap

Als de klimaatverandering aanhoudt verdwijnen steden aan de kust onder water. Kustbewoners overal ter wereld beraden zich inmiddels: moeten we proberen het klimaat te sparen of verhogen we de dijken? In Nederland, hoewel goed op weg qua klimaat, gaan stemmen op voor het laatste, zie het rapport aan de regering. Een praktische, maar inefficiënte oplossing.

Maar er is hoop: in het kustrijke Groot Brittannië lijkt men te kiezen voor een echte oplossing, waarin de klimaatverandering gestopt wordt. Het Engelse rapport aan de regering voert aan dat de economische schade door klimaatverandering zó groot is dat zelfs dure preventie de moeite waard is. In plaats van de eigen voeten droog te houden kiezen de Engelsen er daarom voorom het probleem van collective action [pdf] aan te pakken. Omdat preventie zonder Amerika geen zin heeft, is Al Gore in dienst genomen om het plan aan de Amerikanen te verkopen. Het is maar de vraag of dat werkt, maar het getuigt in ieder geval van leiderschap in plaats van pragmatisme.

Leaserijders

Economen hebben vaak hun mond vol over moral hazard, het principe dat mensen minder voorzichtig zijn als ze niet zelf alle negatieve gevolgen van hun gedrag ondervinden. Voorbeeld: in het verkeer zal iemand die verzekerd is zich roekelozer gedragen dan iemand zonder verzekering. Wie een autogordel omheeft, zal ook minder voorzichtig zijn. En omdat schade vaak leidt tot een lagere inruilwaarde, zullen leaserijders roekelozer rijden dan chauffeurs die eigenaar zijn van hun auto. Dat geldt vooral voor de kleine ongemakken, zoals parkeerschade: de kans op lichamelijk letsel is daarbij nihil en omdat blikschade nauwelijks negatieve gevolgen heeft voor leaserijders, mag je verwachten dat die aanzienlijk minder voorzichtig inparkeren.

Toch altijd weer leuk om krantenberichten te lezen waarin dergelijke theorieën onderbouwd worden met harde cijfers. Neem nu De Telegraaf van vanochtend: Tot grote schrik van verzekeringsmaatschappijen blijken leaserijders ruim tweeënhalf keer meer schade te maken dan eigenautobezitters. Daarbij blijkt inparkeren het zwakste punt.

Tractoren

De afgelopen week kwamen opnieuw twee lokale overheden met belastingplannen tegen overmaatse auto’s, een wijk in Londen en het Nederlandse Leiden. Beiden werden in initiatief voorgegaan door onder meer de veelbesproken Nijmeegse aso-tax (uiteindelijk niet uitgevoerd).

Waarom? Het milieu wordt bij deze lokale initiatieven vaak genoemd als drijfveer. Tim Harford (die er trouwens vreselijk van langs krijgt in de JEL deze week) schreef al eens over de nonsens van dat argument. De onveiligheid van SUV’s, zowel voor de berijder als voor het vrijwel onzichtbare kind op de fiets is een prima argument, maar dan voor de Rijksdienst voor het Wegverkeer; waarom een gemeenteraad zich hiermee moet bezighouden is onduidelijk.

En dan natuurlijk het feit dat dezelfde gemeenten die te hoop lopen tegen SUV’s geen bezwaar lijken te hebben tegen het binnenrijden van vrachtwagens, die in alles nog groter en erger zijn dan een terreinauto. Het lijkt erop dat de voornaamste reden uiteindelijk de weerzin tegen de bezitters van de terreinwagen is. En toegegeven, er is veel voor te zeggen om de patser in de Cayenne uit esthetische overwegingen uit het straatbeeld te verwijderen. Maar gegeven de prijs van zo’n auto zijn belastingen waarschijnlijk geen effectief middel. Waarom niet gewoon een verkeersbord bij de stadsgrens neergezet? Nee, niet deze, maar deze.

Loonverschillen

Eerder deze week was het op verschillende plekken en op verschillende manieren in het nieuws: het onderzoek van Regioplan, in opdracht van Loonwijzer. Daaruit zou blijken dat een ambtenaar in de Randstad gemiddeld 6% meer verdient dan daarbuiten. Ambtenaren en medewerkers in de zorg of het onderwijs verdienen gemiddeld 10 tot 20% meer dan werknemers in de private sector. Vrouwen verdienen tussen 10 en 30% minder dan mannen.

Schokkende resultaten. Belangwekkend onderzoek. Belangrijke beleidsimplicaties. Zou je denken. Totdat je ziet hoe het is uitgevoerd. De gegevens zijn verzameld onder iedereen die op de website www.loonwijzer.nl de moeite heeft genomen om de online enquete in te vullen. Dat lijkt niet bepaald een representatieve steekproef. De analyses die vervolgens met die gegevens zijn uitgevoerd, zijn zo mogelijk nog bedroevender. Zo is het gemiddelde uurloon van iedereen die aangeeft ambtenaar te zijn en in de Randstad te wonen, vergeleken met het gemiddelde van iedereen die aangeeft ambtenaar te zijn en niet in de Randstad te wonen. Daar komt dat 6% verschil vandaan. Nogal wiedes. Topambtenaren zitten haast per definitie in Den Haag en dus verdienen ambtenaren in de Randstad daar gemiddeld meer.

Hetzelfde geldt voor de andere Schokkende Resultaten. Er is nauwelijks rekening gehouden met opleidingsniveau, ervaring, en meer van dat soort dingen. Het onderzoeksrapport beweert dat wel te doen, maar blijft daarbij steken in staatjes waarin bijvoorbeeld onderscheid wordt gemaakt in “jonger dan 45” en “ouder dan 45”, in plaats van gebruik te maken van gedegen econometrische analyses. De uitkomsten van het onderzoek zeggen dus bijzonder weinig. Ook niet dat vergelijkbare werknemers bij de overheid meer verdienen dan in de private sector. Want dat zou de relevante vergelijking zijn.

Merkwaardig genoeg lijkt het onderzoek niet meer terug te vinden op de website van Loonwijzer. Gelukkig heeft een alerte medewerker van deze weblog het eerder deze week gedownload en hier geplaatst.

Kieswijzer

Het is verkiezingstijd en dus laait de discussie over de inrichting van de economie weer op. Tijd voor economen om zich in de strijd te mengen?

Jan Tinbergen, Neerlands grootste econoom, meende van wel. Maar dan niet als speler, maar als scheidsrechter. Hij zag het als de opdracht van de economie om keuzes in kaart te brengen, de gevolgen van verschillend beleid duidelijk te maken voor het publiek. Als u de belastingen verlaagt neemt de groei toe maar ook de schuld, en wel met zoveel miljard. Dat werk. Aan de politiek was het om vervolgens één van de alternatieven te kiezen. De hand van Tinbergen is duidelijk zichtbaar in de gebruikelijke doorrekening van de verkiezingsprogramma’s door het CPB, een project dat uniek is in de wereld.

Maar wie luistert er naar het Planbureau als er ook een kieswijzer is? Dertig keer klikken en de politieke voorkeur rolt er automatisch uit. Is de kieswijzer de geautomatiseerde econoom van de nieuwe eeuw?

Nou, nee, want de functie van scheidsrechter ontbreekt helaas in het programma. De keuzes die de twijfelende kiezer krijgt voorgeschoteld geven steeds één kant van de zaak weer: wel de kosten, niet de opbrengsten of vice versa. Bijvoorbeeld:

Stelling 2:
De kinderbijslag moet omhoog.

Tja, wie is daar niet voor? De kwestie is natuurlijk waar het geld vandaan komt dat voor de kinderbijslag nodig is. Betere stelling: de kinderbijslag en de BTW moeten omhoog. Nog betere stelling: noem de bedragen.

Politieke keuzes die ertoe doen zijn vaak pijnlijk, er is altijd een afruil tussen twee kwaden. Een goede stemwijzer zou dat moeten laten zien, zodat burgers weten waarvoor ze kiezen.

Lees verder “Kieswijzer”

Zingen onder de douche

Van de directeur van Energy Australia mogen landgenoten niet meer onder de douche zingen en dagdromen, zo leerden wij dit weekend. Dat leidt maar tot verspilling. De gemiddelde Australische douche duurt zeven minuten en dat kan best wat korter.

Het is een klassieke fout: een kosten-baten-analyse doen, en dan maar naar een van beide kanten kijken. Natuurlijk kost het je wat, zeven minuten onder de douche staan, maar daar staan ook baten tegenover. Als Australiers zeven minuten onder de douche willen staan, dan doen ze dat blijkbaar omdat ze bereid zijn de kosten die daarmee gepaard gaan, te betalen. De enige reden om te pleiten voor een beperking van douchetijd zou dan zijn een situatie waarbij er negatieve externe effecten zijn van lang douchen: negatieve effecten die niet door de individuele doucher worden meegenomen in zijn of haar douchetijdafweging.

Maar het tegendeel lijkt het geval. Er zijn juist positieve externe effecten. Al dat dagdromen onder de douche, zo is mijn ervaring, leidt vaak juist tot uitstekende ideeen. Ideeen die niet alleen positief zijn voor de doucher in kwestie, maar soms zelfs voor de ganse mensheid. Stel dat deze meneer O’Brien een slordige 2500 jaar geleden directeur was geweest van Energy Hellas. Als het aan hem had gelegen was Archimedes dan al binnen zeven minuten uit zijn bad gestapt, nooit tot zijn Eureka-inzichten gekomen, en was daarmee de ontwikkeling van de westerse beschaving nodeloos vertraagd. Ik bedoel maar. Lang douchen moet juist gesubsidieerd worden.

Koffiedik

De daling van de 10-jaars rente in de VS en Europa ondersteund [sic] de visie dat economische groei op haar retour is. […] De zwakke huizenmarkt in de VS is een ander rood stoplicht voor de bulls. Als grondstoffen en edelmetalen de weg omhoog weer vinden is het tijd de aandelenportefeuille winterklaar te maken. Deze maand zullen beleggers de roze bril wel ophouden maar van een AEX op 420 in oktober sta ik niet te kijken.

Aldus Hans Jager van blikopdebeurs.com op 15 september. De AEX stond op dat moment op 470, zodat het uitkomen van deze voorspelling een kleine crash zou betekenen.

Het kan, natuurlijk. Oktober is een mooie maand voor paniek: vorige week 19 jaar geleden zagen we de grootste in de recente geschiedenis. Maar het hoeft niet. De begindagen van oktober waren eigenlijk best goed, zoals de voorspeller toegeeft in zijn column van 5 oktober:

Inmiddels quoteert de index rond de 480 punten. Het technische plaatje doet sterk denken aan een bergbeklimmer, bezig aan de laatste zware meters voor de top.

Tja. We schrijven 23 oktober, het is vandaag en volgende week opnieuw maandag dus ik wil niets uitsluiten maar de index staat vooralsnog rond de 490. De moraal: hoewel beurzen goede voorspellers zijn is het voorspellen van de beurs erg lastig. Wat wil je ook: de AEX is de weerslag van de analyse van duizenden handelaren, allemaal op zoek naar winst. Voorspellen wat die index over een maand gaat doen is een maand lang de toto helemaal correct invullen. Economen weten allang dat dit zeer onwaarschijnlijk is.

Weten dat de beurs inherent onvoorspelbaar is helpt om malafide of misleide tipgevers als zodanig te herkennen. Probeer daarbij met name gebruikers van technische analyse (te herkennen aan termen als weerstand, plafond, support) te mijden.