Maximaal nut

Hoe kan een mens het beste leven? Als ik als econoom advies zou moeten geven dan zou het ongeveer het volgende zijn:

Zoek datgene waarin je de grootste talenten hebt, relatief ten opzichte van je landgenoten. Concentreer je uitsluitend op dat gebied en word er zo goed mogelijk in. Maak er je beroep van en verdien geld, waarmee je alle dingen koopt die je zelf niet kunt maken.

Kwestie van comparatief voordeel. Als iedereen op deze manier leeft produceren we met z’n allen maximaal en is iedereen goed af. Maar nu het vreemde: ik leef zelf helemaal niet op deze manier. Uiteraard ben ik erg goed in mijn werk, maar ik geen monomaan. Vaak zet ik de PC uit om iets anders te doen, terwijl ik ook best nog een paper had kunnen schrijven.

Goed, ik consumeer vrije tijd. Dat was te verwachten. Maar zelfs dan: ik sport, verdiep me in bijzaken, praat urenlang met de buren. Allemaal betrekkelijk laag-productieve vormen van entertainment. Wat is er aan de hand?
Lees verder “Maximaal nut”

Parkeerprijs

Economie gaat over het efficient verdelen van schaarse goederen, dat weet u inmiddels. Een parkeerplaats bijvoorbeeld zou toegewezen moeten worden aan diegene die bereid is het meest te betalen, en dus niet aan degene die toevallig het verste weg woont. In de praktijk gebeurt dat vrijwel nooit, vandaar dat discussies over parkeren regelmatig onze kolommen sieren.

Toch benieuwd hoe ze dat op een topfaculteit in de VS doen. Parkeerplaatsen worden daar verhandeld op een interne markt? Geveild wellicht? Eh, niet dus. De volgende foto van de parkeerplaats van Northwestern dook vorige week op: [via]

nobelparkeren

En ze zijn niet de enige. Komisch is ook het commentaar bij het bericht (nou ja, voor vakidioten dan):

But I thought searching for an open spot was Dale’s favorite activity?

Endogeen gedrag en HIV besmetting

Slecht nieuws: het aantal homo’s dat besmet is met het HIV-virus is sterk gestegen, tot een aantal dat hoger ligt dan ooit. Frank de Wolf, directeur van de Stichting HIV Monitoring geeft een verklaring:

Eén is dat de totale groep groter wordt omdat mensen met hiv dankzij medicijnen langer leven dan vroeger. Daarnaast is er een groep [?¦] die besmet zijn maar dat niet weten. Zij houden de epidemie op gang.

Maar dat verklaart alleen waarom het aantal geinfecteerden zo hoog is, niet waarom het aantal nieuwe gevallen zo sterk stijgt. Volgens recent Amerikaans onderzoek, gepubliceerd in het gerenommeerde QJE (eerder) ligt het, althans in de VS, dan ook net iets anders. Ten eerste blijven door goede medicijnen geinfecteerden inderdaad langer in leven, maar dat betekent ook dat ze bij gelijke seksuele activiteit meer mensen besmetten. Ten tweede zijn mensen, juist doordat HIV geen dodelijke ziekte meer is, eerder bereid om onveilige seks te hebben (in het onderzoek twee keer zo vaak). De combinatie van die twee factoren leidt er uiteindelijk toe dat ongeinfecteerden ironisch genoeg slechter af zijn door de betere medicijnen.

Stilvallen

Als trouwe lezer van dit weblog weet u al dat economische berichten in de pers vaak toch net niet helemaal kloppen. Maar vanochtend maakt het ANP het wel erg bont. “Spaanse economie valt stil” alarmeert het persbureau. Wat nu!? Is heel Spanje massaal op zijn gat gaan zitten!? Is er van overheidswege besloten tot een massale en langdurige siesta!? Wordt er echt niets meer geproduceerd!? Natuurlijk niet:

De Spaanse economie is in het derde kwartaal gegroeid noch gekrompen ten opzichte van het tweede kwartaal.

De Spanjaarden produceren dit jaar dus precies net zo veel als vorig jaar. Dat zou ik zelf geen stilvallen willen noemen.

Rijke outliers

Het CBS heeft het gemiddelde inkomen per gemeente berekend en publiceert over de extreme waarden. Dat de gemeenten aan de rand niet noodzakelijk “arm” of “rijk” zijn, zoals de kop beweert, bespraken we al eerder. Toch is het leuk om de gegevens even te bekijken. Ze worden geleverd in percentage boven of onder gemiddeld, dat is aan de onderkant begrensd dus plot ik de verdeling van log(1+0.01P):

Tot mijn verrassing is het een vrij normale verdeling, behalve aan de rechterkant. Als je de steekproef beperkt tot logp<0.25 kun je de hypothese van een normale verdeling niet meer verwerpen. Met die normale verdeling in het achterhoofd is het dus niet zo opmerkelijk dat er plaatsen als Pekela en Stadskanaal bestaan, maar is het wel vreemd dat er een Bloemendaal en een Wassenaar zijn.

Nu nog een theorie. Het is mogelijk dat veelverdieners verhuizen om bij elkaar te gaan wonen (en weinigverdieners niet) of het kan dat de mogelijkheden om veel te verdienen in sommige gemeenten groter zijn dan in anderen. Uiteraard speelt er een endogeen effect: misschien levert het bij elkaar wonen (theorie 1) nog weer extra inkomen op door netwerkmogelijkheden (theorie 2). Daar zit een mooi proefschrift in.

Red Plenty

Eerder dit jaar las ik Red Plenty van Francis Spufford en door voortdurende drukte was ik vergeten om er een berichtje over te typen. Gelukkig is het weer de tijd van best of the year lijstjes zoals deze, waarop het boek liefst drie keer voorkomt. Zo heb ik een reden om er toch nog even iets over te melden.

We zijn als economen druk doende om alsmaar uit te leggen dat het verwerken van schaarste via markten een goed idee is. Maar de beste manier om dat uit te leggen is misschien wel door te kijken naar situaties waarbij een andere methode gekozen wordt. Het is wat flauw om dan over een verziekte omgeving als het Oost Europa van eind jaren ’80 te beginnen, maar Spufford geeft het alternatief een echte kans in dit boek over de Sovjet Unie in de jaren ’50. Vol optimisme over de planeconomie en vastberaden de Amerikanen achter zich te laten.

Het is een wat onconventioneel boek zoals Neal Stephenson ze ook wel schrijft: een roman waarin echte gebeurtenissen en personen een rol spelen, waarin de grote lijnen kloppen maar de details grotendeels verzonnen zijn. En zo krijg je een verhaal waarin bijvoorbeeld de mysterieuze Nobelprijswinnaar Leonid Kantorovich een grote rol speelt, en Chroesjtsjov. Op fraaie wijze komt aan het licht hoe het plan uiteindelijk misloopt: met fabrieksdirecteuren die net de verkeerde prikkels krijgen, via een planner die ze de verkeerde machine stuurt omdat de prijs van machines per kilo wordt vastgesteld en de nieuwe, betere machine te licht is, en zo voort naar de grote misstanden als de politisering van wetenschappelijk onderzoek. Tussendoor krijgt de lezer ook nog een hoofdstuk over de oorzaken van longkanker, en de bijbehorende loterij in de longen van een OR-programmeur.

Leuk boek, en economisch klopt het als een bus: UvA-professor Ellman consulteerde de schrijver. Hier is de site met gratis hoofdstuk, hier klaagt de schrijver dat op de cover een cyrillische Ya staat in plaats van een R. Misschien iets voor op uw verlanglijstje.

De Balkenendenorm

Wat krijgt een leidinggevende in de publieke sector in ruil voor zijn of haar inspanningen? Strikt genomen kun je die vraag beantwoorden met een blik op de salarisstrook, maar ik zou willen stellen dat we dan twee belangrijke elementen over het hoofd zien. Ten eerste zijn sommige baantjes nu eenmaal leuker dan andere. Hoewel je soms hoort dat minister zijn zwaar en ondankbaar werk is, moet er ook een zekere mate van plezier gepaard gaan met de continue media-aandacht, in de houding springende bedienden en andere emolumenten. Ten tweede is het huidige salaris niet altijd de enige vorm van compensatie voor een baan. Het is goed mogelijk dat een ministerschap op het cv het salaris bij de vólgende baan flink verhoogt. Denk Wim Kok als commissaris van ING, Wouter Bos als consultant.

Deze overwegingen zijn van belang omdat het (kale) salaris van publieke leidinggevenden steeds vaker wordt gehanteerd als maximum voor alle baantjes die onder de leidinggevende ressorteren, met het argument dat die baantjes onmogelijk zwaarder kunnen zijn dan die van de eindverantwoordelijke. Niet alleen miskent die redenatie de praktijk van vraag en aanbod van verschillende types arbeid, maar dit soort Balkenendenormen schat het inkomen van de bestuurder ook nog eens te laag in.