Wat bepaalt een prijs? Meerdere dingen, dat is duidelijk. Over het algemeen speelt verlangen een rol (vraag, zegt de econoom), waardoor begerenswaardige zaken vaak duur zijn. Maar er is meer: waarom is de prijs van diamanten bijvoorbeeld zoveel hoger dan die van water? Als je kijkt naar het belang van beiden voor het dagelijks overleven zou je verwachten dat water waardevoller (en dus duurder) is dan zo’n glimmende steen. Maar dat is waar ook, er is nog een tweede factor: aanbod. En diamanten zijn een stuk zeldzamer dan H2O.
Dit samenspel van vraag en aanbod maakt prijzen zo nuttig: slechts één getal, en het bevat alle informatie over de beschikbaarheid van een goed, maar ook over de voorkeuren en verwachtingen van alle klanten. Gaat de prijs omhoog, dan is het product populairder. Of minder makkelijk te maken.
Triviaal, zegt u? Dan neem ik u graag (opnieuw) mee naar de site van de anwb, dat bastion van hardleerse autorijders, en naar de meest besproken prijs van het land: de benzineprijs. De benzineprijs is gestegen, vanwege de verminderde beschikbaarheid van olie. Mooi, zegt de econoom: de hoge prijs geeft gebruikers informatie over het feit dat het moeilijker wordt om benzine te maken. En spoort ze aan er minder van te gebruiken. Nee, zegt de anwb. De hoge prijs is niet eerlijk. Een gedeelte wordt namelijk veroorzaakt door belastingen en accijnzen op benzine.
Tja, daar heeft de anwb een punt. Die belastingen maken de prijs hoger dan vraag en aanbod zouden doen. Maar daar is een reden voor: de benzinegebruiker verbruikt ook meer dan alleen benzine. Hij verbruikt de weg, de bereikbaarheid, de schone buitenlucht en incidenteel het leven van een jonge voetganger. De belasting stopt die informatie in de benzineprijs. Of dat correct gebeurt, daar kun je over twisten. Maar één ding kan niet: de belastingen verlagen op het moment dat het aanbod van benzine daalt. Dan haal je namelijk belangrijke informatie weg bij de consument, die denkt dat er nog net zoveel olie is als tien jaar geleden. En pardoes een PC Hooft-tractor bestelt in plaats van wat dichter bij zijn werk te gaan wonen.
Ja maar, de meeste mensen kunnen helemaal niet minder rijden, hoor je dan. Niks van waar, zegt de econoom, u heeft de alternatieven bekeken en rijdt nog steeds: kennelijk is het de moeite waard.