Prijszetting

Mathijs Bouman heeft weer een mooi voorbeeld van de  mythe van de doorbelasting gevonden. Die mythe luidt dat als de vaste kosten van een producent toenemen, de prijs omhoog moet. Ook wij besteden af en toe aandacht aan dit onderwerp, zie het doorbelasten van reclamekosten, boetes, en erfpacht. Er bestaan veel misverstanden over prijszetting, de manier waarop een producent bepaalt wat zijn product moet kosten. Wie iets van economie weet denkt al gauw aan MO=MK en komt er meestal wel uit, maar sommigen blijken er een heel ander model op na te houden.

Een mooi voorbeeld is deze column van Christiaan Weijts in NRC Next. Hij bespreekt de boekenmarkt en die van het openbaar vervoer, en na enig peinzen denk ik dat zijn model als volgt is: de omzet in een sector is een vast gegeven, en de prijs volgt uit het delen van die omzet door de verkochte hoeveelheid. Als het aantal kopers afneemt (Weijts schrijft over zwartrijden en kopieëren) neemt de prijs daarom toe. Ook dat is een vorm van de mythe, als de omzet constant moet blijven om de vaste kosten te dekken.

Klopt natuurlijk niet. De enige manier waarop diefstal gevolgen heeft voor de prijs is als marginale kosten erdoor veranderen (bijvoorbeeld doordat ze bij hogere bezetting toenemen), marginale opbrengsten (alleen klanten met een specifieke waardering stelen) of als het product niet op de vrije markt verhandeld wordt. Voor boeken is dat in ieder geval niet waar, en ik vraag me af of het voor het OV aan de orde is.

Luxe = schaarste

Mooi economisch verhaal in de New York Times vanochtend over de reactie van de luxe winkels in die wereldstad op de recessie: veel minder voorraad. Typisch gevalletje adaptief evenwicht waarbij de winkelier altijd een jaar achterloopt op de vraag van de consument. Vorig jaar lagen de winkels vol en kwam men niet van de spullen af; de kortingen beliepen zo’n 70%, tot afgrijzen van de winkeliers. Dit jaar is het aanbod zeer beperkt en is alles weer exclusief en je kunt erop wachten dat volgend jaar de winkels hun luxe goederen niet aan kunnen slepen.

Het nare voor winkeliers is natuurlijk dat onverwacht lage vraag leidt tot (veel) lagere prijzen, terwijl bij onverwacht hoge vraag het omgekeerde niet meteen geldt. Hoogstens zijn de schappen halverwege het seizoen leeg. Over de hele cyclus komt winkelier er dus slechter uit.