Literaire types zijn doorgaans warm voorstander van een vaste boekenprijs. Zo zou het goed zijn voor auteurs omdat uitgevers nu allerlei zeer belangrijke dichtbundels gaan publiceren en de verliezen daarop goed maken door de winst die ze maken op bestsellers. Inderdaad, een nogal curieus argument, zie ook hier.
Maar gelukkig zijn er schrijvers als Jeroen Brouwers, die afgelopen vrijdag in de Volkskrant zomaar een haarscherpe economische analyse gaf van de effecten van deze minimumprijs. Helaas staat het stuk niet gratis online, maar inmiddels is het wel beschikbaar via de krantenbank. De hoogtepunten:
Het is verrassend dat iedereen het vanzelfsprekend lijkt te vinden dat schrijvers droog brood eten in dit kleine taalgebied, maar dat niemand zich afvraagt hoe het dan toch kan dat uitgeven en handelen in boeken zo buitengewoon profijtelijk is in datzelfde kleine taalgebied.
Uitgeven is gokken geworden. Smijt maar op de markt. […] Vooral de Wet op de Vaste Boekenprijs is de oorzaak van het gokgedrag van uitgevers, ergo van chronische en desastreuze overproductie. […] Van elke tien boeken die erkende uitgeverijen uitbrengen, blijven er ruim negen onbesproken. […] En wie is van dat alles de enige dupe? De schrijver […]
Een markt met een aanbodoverschot dat zo systematisch talent verspilt en dat schrijvers onder het bestaansminimum drukt, dat een groot deel van de literatuur degradeert tot een milieuvervuilend seizoensproduct en waar boek en lezer elkaar zijn kwijtgeraakt, die markt is doodziek, indien al niet verrot tot in de kern.
Hoe bedoel je ‘haarscherp’?? Ok, het is verfrissend dat niet-econoom, in dit geval zelfs een lid van het schrijversgilde, de vaste boekenprijs ter discussie stelt. Echter, haarscherp wil ik het niet noemen. De schrijver van een niet-verkopend boek is niet als enige de dupe. Nee, de dupe zijn de consumenten die te veel betalen voor curieuze boeken!
Tja. Alles is relatief. Voor een niet-econoom toch vrij scherp en vooral verrassend. Overigens komt in het niet-geciteerde deel van het stuk iets nadrukkelijker naar voren dat ook de consument de dupe is, zij het langs een iets andere weg dan wij doorgaans benadrukken.
Ik had het stuk ook gelezen. De belangrijkste suggestie in het stuk van Brouwers, een rijkspensioen voor schrijvers, is volgens mij geen goed idee. En hij is onder meer verbolgen over het feit dat de boekenverkoop oploopt als de schrijver op televisie verschijnt; dat lijkt me zoiets als kwaad worden op het weer.
Maar ik leerde wel iets over de idiote contracten die uitgeverijen een schrijver aansmeren. Het percentage van elk verkocht boek is zeer laag, en er is een werkelijk hilarische inefficiëntie in de vorm van de ramsj: Als een boek niet verkoopt (i.e., de prijs is te hoog) mag er niets aan de prijs worden gedaan ivm. de vaste boekenprijs. Maar er is een uitzondering: beschadigde boeken mogen voor een lagere prijs naar De Slegte. En dus huurt men iemand in om met een viltstift langs alle slechtlopende boeken te lopen en die daarmee voldoende te beschadigen om de prijs te mogen verlagen.
Dat was een mooie crisismaatregel geweest: een eind maken aan deze onzin.