Olieprijzen

Het lijkt hier zo langzamerhand wel een olie- en benzinelog, maar het is nou eenmaal de actualiteit en dus nog even over dat plan om burgers te compenseren voor de hoge olieprijs. U weet, de energierekening valt dit jaar een paar honderd euro hoger uit, wat alle kleine voordeeltjes van regeringswege teniet doet. Het parlement wil nu compensatie voor de burger, en hoewel de MF tegen is zal het er wel van komen. Wat vindt de econoom?

Zoals u weet zijn prijzen een signaal: de olie is zo duur omdat er moeilijk aan te komen is, en de hoge prijs spoort gebruikers aan op zoek te gaan naar alternatieven. Dat is goed en leidt tot verbeteringen: aan de vorige olieschok hebben we bijvoorbeeld die zuinige Japanse auto’s te danken. Mooi laten staan dus, die olieprijs.

Maar er is ook iets anders aan de hand, waardoor de zaak minder eenvoudig wordt: de hoge olieprijs leidt tot een terugval van de (macro-)vraag naar binnenlandse productie. In lekentermen: omdat al ons geld naar Saudi-Arabië gaat blijft er minder over voor een nieuwe fiets, of een weekendje weg. Op die manier kan de hoge olieprijs leiden tot een recessie in Nederland, en het is de taak van de regering daar iets aan te doen. In tijden van terugval voert de regering stabilisatiebeleid om de werkgelegenheid op peil te houden.

Zoals altijd zit de crux hem in de uitvoering. Het kan verstandig zijn de hoge olieprijs aan te grijpen om de burgers lump sum te compenseren, dat wil zeggen dat iedere burger een vast bedrag krijgt ter compensatie van het gemiddelde verlies. Het is buitengewoon onverstandig, Maxime Verhagen, om de compensatie te geven door een verlaging van de belasting op olie. In dat geval verstoor je het signaal dat uitgaat van de hogere prijs. Zulk beleid is contraproductief en op termijn niet vol te houden, en wat erger is, het miskent de realiteit van schaarse olie.

Auteur: Thijs

Econoom. Krantenlezer. Stuurman aan wal.