Economen zijn dol op lijstjes. Een populaire nieuwe maatstaf om de invloed van economen met elkaar te vergelijken is de zogenaamde h-index. De h-index van een wetenschapper is gedefinieerd als het grootste getal h waarvoor geldt dat tenminste h artikelen van persoon in kwestie tenminste h keer zijn geciteerd. Wie 3 artikelen heeft die 3 keer geciteerd zijn, maar geen 4 artikelen die 4 keer geciteerd zijn, heeft dus een h-index van 3.
Met dit prachtige stukje software kunt u nu uw eigen h-index uitrekenen. Of die van uw favoriete econoom, natuurlijk. Het programma trekt z’n gegevens van Google Scholar. Dat betekent wel dat uw h nogal genereus wordt bepaald: Google Scholar zoekt door alle pdf-files die het op het internet kan vinden, en dat hoeven niet noodzakelijk gepubliceerde artikelen te zijn, terwijl dat eigenlijk wel de bedoeling is. Met het programma kun je zelfs met een druk op de knop een indruk krijgen van de impact van een tijdschrift, opnieuw via Google Scholar.
Mijn h? Na wat klooien kom ik uit op 5. Collega Thijs zit momenteel op 3 4 [excuus! zijn meest geciteerde werk blijkt opgenomen in de categorie Biology and Life Sciences], maar is minder lang actief. Mankiw staat op 56, Tirole op 74, Stiglitz op 85. We moeten nog even. [via]
Mijn h-index staat momenteel op een miezerige 1. Met een beetje smokkelen kan ik hem nog opkrikken naar 2, maar dan houd het ook wel op.
Ik heb de officiële software niet geïnstalleerd, maar volgens mij zou ik op 8 uitkomen. Wel aardig is dat ik deze index eerder als het e-getal voorbij heb zien komen in een fietstijdschrift: het e-getal werd daar gedefinieerd als het grootste getal waarvoor geldt dat de betreffende fietser in een jaar op e dagen een afstand van tenminste e kilometer heeft afgelegd…