Vrije dagen

Zo, ik zit weer in mijn kantoor na een week van verplichte vrije dagen. Het is een verwarrende tijd voor wie een afspraak wil maken, boodschappen wil doen of een bedrijf probeert te bereiken. Zou het beter zijn om al die collectieve vrije dagen op te heffen en ze als gewone verlofuren terug te geven? Columnist Frank Kalshoven denkt van wel. Zijn belangrijkste economische argument is een betere spreiding van de vraag naar vrijetijds-goederen en -diensten en een uitbreiding van de keuzevrijheid.

Dat zijn lovenswaardige zaken, maar de eerlijkheid gebiedt mij te melden dat de economie in dit geval ook een argument vóór collectieve vrije dagen geeft. Dit artikel van Steven Landsburg geeft een goede samenvatting, hier is een academisch paper. Het idee is dat de verplichte vrije dagen een belangrijke coördinerende functie hebben die waardevol is omdat vrije tijd meer opbrengt als anderen op dezelfde dag óók vrij zijn. Het is teveel gedoe om met al je vrienden af te spreken om dezelfde dag vrij te nemen, maar als iedereen met Hemelvaart toch thuis zit is dat een prima gelegenheid voor een barbecue. Of zoiets.

Zoals gebruikelijk gaat het niet om de extremen van helemaal geen, of uitsluitend, collectieve vrije dagen maar om de vraag welk percentage collectieve vrije dagen optimaal is. Voor mijn eigen gevoel is de balans tussen collectief en vrij op dit moment eigenlijk wel goed. Maar die afweging zal anders zijn voor ouders met oudere kinderen, die hun keuzevrijheid ernstig beperkt zien door de schoolvakanties. Voor hen zou het afschaffen van Hemelvaart en Pinksteren zeker een verbetering zijn. Maar het spreidingsargument van Kalshoven gaat voor hen pas op als verschillende scholen daarvoor in de plaats verschillende vrije dagen geven.

Coördinatie bij het uitgaan

We spreken af met een groep vrienden in de stad. Hoe laat is niet helemaal duidelijk, ergens tussen negen en elf. Ieder beslist zelf, zonder te weten wat de rest doet, hoe laat hij/zij vertrekt.

De eerste zijn is niet leuk. Zit je daar, in je eentje met een glas voor je neus te wachten. Beter is het om te arriveren als er al wat mensen zijn. Dat is ook nog eens fashionably late, nietwaar? Als iedereen zo denkt is er niemand om negen uur. Sterker nog, wie om half tien komt en de eerste is, zal de volgende keer nog wel later komen. Zo drijft het moment dat iedereen er is steeds verder naar achteren.

En wat is het uitgaansleven anders dan een losse afspraak tussen al het publiek om er op een bepaalde tijd te zijn? Geen wonder dat de aanvangstijd steeds verder naar achteren geschoven is, over de jaren. En dat terwijl niemand daar, uit zichzelf, om gevraagd had. Een coördinatieprobleem.

En dus wordt er nu gecoördineerd. Bezorgde moeders willen dat de café’s eerder dicht gaan en hebben 100.000 handtekeningen. Anderen vinden sluitingstijden juist een beperking van de vrijheid; zij hebben 45.000 handtekeningen.

Maar waarom al dit gesleutel? De beste manier om te coördineren is, zoals bekend, het prijsmechanisme. Een happy hour tussen zeven en acht helpt al veel. En daar bovenop een overheidscampagne, in de geest van Bob, die stimuleert dat het volgende rondje wordt betaald door de laatste die binnen is. Net binnen? Dan moet je pinnen! Dat zal ze leren.