Lenen bij de cijferbank

De lokale krant schrijft vanochtend over een intrigerende innovatie op een internationale school in Nanjing: leerlingen die zakken voor een examen kunnen punten bijlenen bij een nieuw opgerichte cijferbank. De lening moet wel worden terugbetaald (met rente!) door op een volgend proefwerk méér dan een zes te halen. Het systeem is bedacht in samenwerking met ouders, die werken in de bankensector.

Zoals altijd ontbreken de cruciale details. Worden leningen van tevoren beoordeeld door een kredietafdeling? Moet de terugbetaling gebeuren met punten uit hetzelfde vak? Wat is de rente? En als je eerst een hoog cijfer haalt en dan pas een onvoldoende, staat je hoge cijfer dan ook op de bank?

Maar het idee is stimulerend, omdat opeens een collectie aparte, schaarse, goederen fungibel wordt, dat wil zeggen, verhandelbaar. Onmiddellijk herinner ik mij weer de klasgenoot die alle vakken gemakkelijk kon halen, maar bleef zitten op zijn vier voor Frans. Daar had de cijferbank goed werk kunnen verrichten, helemaal als het Nibud hem in de eerste klas gewaarschuwd had om altijd minstens een 6½ te halen.

Voor zover mijn (stokoude) kennis nog relevant is, kon je in Nederland altijd al compenseren binnen hetzelfde vak – met de gevleugelde uitdrukking “ik mag voor wiskunde een 3½ halen” tot gevolg. Binnen dat systeem is de student slachtoffer van de min of meer willekeurige afbakeningen tussen vakken, waardoor een onvoldoende bij wiskunde A wel gecompenseerd wordt door een hoog cijfer voor datzelfde vak, maar niet door een 10 bij wiskunde B. Dat is pure financiële repressie. Het idee van een cijferbank schetst een wereld waarbij de verhandelbaarheid van cijfers flink toeneemt, met een verhoogde welvaart tot gevolg.

Tenminste. De vraag is natuurlijk of kennis net zo fungibel is als cijfers bij de cijferbank. Wie wil er naar een dokter die zijn vier voor het examen infectieziekten heeft gecompenseerd met een acht voor sportblessures?

Ik neem aan dat tegoeden bij de cijferbank niet overdraagbaar zijn tussen leerlingen. Niet dat ik nou denk dat die ambitieuze Chinese studenten elkaar een beter rapport cadeau gaan doen, maar hoe zou het zijn om je eigen zoon of dochter te laten genieten van het tegoed dat je nog bij de cijferbank hebt staan? Een kleine cijfer-erfenis voor junior.

Niet eerlijk natuurlijk. Maar nu vraag ik mij af waarom we gewone erfenissen dan wel acceptabel vinden.

Schrikkeldag en geboorte

Vandaag is het schrikkeldag. Traditioneel een dag waarop maar weinig mensen jarig zijn. En zelfs nog minder dan je zou verwachten. Tenminste, dat is het geval in Australie, waar het aantal geboorten op deze woensdag zo’n 10% lager ligt dan op een reguliere woensdag, zie deze post en dit artikel.

Nu wilden de media ons afgelopen week doen geloven dat het in Nederland net andersom is. Volgens het ANP worden op 29 februari gemiddeld 560 kinderen geboren, terwijl dat er op een normale dag rond de 540 zijn. Het aantal jarigen vandaag zou 10.613 zijn.

Maar dat is vreemd. In december waren er in Nederland 16725902 inwoners. Aangezien 1 op de 1461 dagen een schrikkeldag is, zou je bij een gelijk aantal geboorten per dag dus verwachten dat er vandaag 11.448 mensen jarig zijn. Het daadwerkelijke aantal is juist ruim 7% lager dan dit getal, niet hoger. Tijd om dieper in de data te duiken.

Lees verder “Schrikkeldag en geboorte”

De speelgoedgids

Het nageslacht verlekkert zich aan de glanzende pagina's

Gisteren, op 19 september, viel hij op de mat: de eerste speelgoedgids van het seizoen, meer dan 200 pagina’s dik, tweeënhalve maand voor Sinterklaas. De kinderen zijn al druk aan het aanstrepen.

Wat is het optimale tijdstip om dit telefoonboek door de bus te doen? Te ver voor 5 december en de gids is kwijt, of versleten, voordat de Sint zijn inkopen doet. Te kort ervoor en de winkelier mist de boot. Omdat de cadeau’s al ingeslagen zijn, of omdat de gids van de concurrent al is gebruikt om de wensenlijst op te stellen.

Ik kan me niet anders voorstellen dan dat de laatste overweging voor de producent van dit boekwerk het belangrijkst is geweest. Wie als eerste door de brievenbus is, wint de slag. Maar we moeten nog maar zien of het inderdaad zo uitpakt: vanochtend lag de gids alweer in de hoek, en onze Sinterklaas gaat nog laaang geen boodschappen doen.

Peuterleidsters in een potje

Goed nieuws: de peuter- en kleuterleidsters worden nageschoold. En het kost helemaal niets, want het geld wordt gehaald uit de aardgasbaten. Plannetje van onze oude bekende Sharon Dijksma, die erg enthousiast schijnt te zijn.

Ik haal even de eerdere voorbeelden aan: hier en hier. Want u herkende natuurlijk al de bekende overtreding van het potjesdenken waarbij uitgaven en inkomsten op oneigenlijke gronden gekoppeld worden. Het zal deze keer wel niet aan mevrouw Dijksma liggen, maar voor de opsteller van het persbericht dan maar: alle stijgingen in de overheidsuitgaven moeten ooit worden opgebracht door hogere belastingen. Door aardgasbaten op deze manier te besteden lossen we minder van de staatsschuld af, en die moet echt ooit betaald.

Dat laat onverlet dat als dit een rendabele investering is, we het zeker moeten doen. Maar dan hoort het niet af te hangen van de aardgasinkomsten.

L’arbitrage

Het was een fijne tijd daar in Frankrijk maar ik zie dat het goed is dat ik terug ben. Ook van mij de komende tijd weer een opgefriste blik op de economie.

Van de Fransen is bekend dat het grote sociale ingenieurs zijn. Van de 35-urige werkweek (ooit) tot de ouderwetse industriepolitiek, de Fransen leggen het liefst de hele economie contractueel vast. Toen ik bij het eerste wegrestaurant dan ook een kindermaaltijd voor 1 euro zag dacht ik dan ook dat het een verplicht menu-item ter bestrijding van kinderhonger zou zijn, maar volgens de kassière betrof het een gewone aanbieding. Je moest er wel een kind voor meenemen.

Aan de tafel naast ons nam een gezin met twee kleintjes plaats dat zojuist voor 2 euro kindermaaltijden gekocht had. Het waren behoorlijke gerechten. De kinderen kregen elk het Mona-toetje, terwijl de ouders het bord warm eten en de fles sap tot zich namen. Wie weet verhuurden ze de kinderen daarna aan mensen die nog moesten halen.

Vrije dagen

Zo, ik zit weer in mijn kantoor na een week van verplichte vrije dagen. Het is een verwarrende tijd voor wie een afspraak wil maken, boodschappen wil doen of een bedrijf probeert te bereiken. Zou het beter zijn om al die collectieve vrije dagen op te heffen en ze als gewone verlofuren terug te geven? Columnist Frank Kalshoven denkt van wel. Zijn belangrijkste economische argument is een betere spreiding van de vraag naar vrijetijds-goederen en -diensten en een uitbreiding van de keuzevrijheid.

Dat zijn lovenswaardige zaken, maar de eerlijkheid gebiedt mij te melden dat de economie in dit geval ook een argument vóór collectieve vrije dagen geeft. Dit artikel van Steven Landsburg geeft een goede samenvatting, hier is een academisch paper. Het idee is dat de verplichte vrije dagen een belangrijke coördinerende functie hebben die waardevol is omdat vrije tijd meer opbrengt als anderen op dezelfde dag óók vrij zijn. Het is teveel gedoe om met al je vrienden af te spreken om dezelfde dag vrij te nemen, maar als iedereen met Hemelvaart toch thuis zit is dat een prima gelegenheid voor een barbecue. Of zoiets.

Zoals gebruikelijk gaat het niet om de extremen van helemaal geen, of uitsluitend, collectieve vrije dagen maar om de vraag welk percentage collectieve vrije dagen optimaal is. Voor mijn eigen gevoel is de balans tussen collectief en vrij op dit moment eigenlijk wel goed. Maar die afweging zal anders zijn voor ouders met oudere kinderen, die hun keuzevrijheid ernstig beperkt zien door de schoolvakanties. Voor hen zou het afschaffen van Hemelvaart en Pinksteren zeker een verbetering zijn. Maar het spreidingsargument van Kalshoven gaat voor hen pas op als verschillende scholen daarvoor in de plaats verschillende vrije dagen geven.

Aorist rod

Vandaag is het handdoekendag, het jaarlijkse gebeuren waarbij fans van de in 2001 overleden schrijver Douglas Adams rondgaan met een handdoek om hun nek. Een tijdlang reed ik dagelijks naar mijn werk in Rotterdam. Ik had een grote collectie MP3’s van de schrijver die zijn eigen oevre voorlas, iets dat de rit aanmerkelijk leuker maakte. Rondklikkend naar aanleiding van handdoekendag kwam ik dit korte verhaal tegen, dat ik nog niet kende.

Er zit een grappige economische vondst in. In twee paragrafen wordt de Aorist rod beschreven, een instrument om energie te winnen uit een onwaarschijnlijke plek: het verleden. Dat is natuurlijk wel een beetje vervelend voor de mensen aldaar, maar die moeten niet zeuren; energie is nu eenmaal nodig. Dan komt de briljante omkering als men merkt dat de opbrengst nogal tegenvalt:

[…] the present really was being impoverished, and the reason for it was that those selfish plundering wastrel bastards up in the future were doing exactly the same thing.

Door de Aorist rod wordt het heden misbruikt door de toekomst en daarmee is het dus de omkering van het opgebruiken van fossiele brandstoffen, maar ook van zaken als het opbouwen van de staatsschuld en het introduceren van de AOW. Zie bijvoorbeeld het gewik en geweeg in een recente Planbureaustudie over pensioenen, waarin de schrijvers zich afvragen hoeveel ze de toekomstige generaties mogen belasten:

[…] de risicodeling met toekomstige generaties. Op financiële markten is het niet mogelijk om contracten af te sluiten met toekomstige generaties om de eenvoudige reden dat zij nog niet geboren zijn. Pensioenfondsen doen dit feitelijk wel door schokken via tijdelijke vermogenstekorten of -overschotten door te schuiven naar de toekomst. […] Bij meevallers is er geen probleem, maar bij tegenvallers kunnen pensioenfondsen — vanwege het ontwijkgedrag van toekomstige deelnemers − maar beperkt lasten doorschuiven naar de toekomst.

Zwangerschap stimuleren

Twee koppen boven hetzelfde bericht, beide niet erg gelukkig gekozen: Lok vrouwen om eerder kinderen te krijgen en Zwangerschap stimuleren bij studentes. Aanleiding is een persbericht van de Raad voor Volksgezondheid en Zorg waarin de raad stelt:

Vrouwen in Nederland staan voor een dilemma: eerder kinderen krijgen levert maatschappelijke schade op, terwijl later kinderen krijgen tot veel medische schade kan leiden. […] Gynaecologen trekken al langer aan de bel en waarschuwen voor de medische risico’s voor moeder en kind.

Typisch optimalisatieprobleem: de vrouw die jong kinderen krijgt ziet haar carrière, waarin vaak al veel geïnvesteerd is, de mist ingaan; zij die te lang wacht heeft een hoger risico op complicaties. Het optimale tijdstip ligt ergens tussen de 18 en de 40, en volgens gynaecologen ligt het te hoog.

Dat laatste hoeft niet te betekenen dat de moeders in kwestie dat ook vinden. Immers, de gynaecoloog kijkt alleen naar de kosten van laat moederschap, niet naar de baten. Het feit dat zij aan de bel trekken is dus op zich geen reden voor ongerustheid. Er is slechts een probleem als de calculerende moeders de risico’s van een laat moederschap onderschatten.

Als dat het geval is, is het probleem overigens simpel op te lossen: betere voorlichting aan jonge vrouwen. Gek genoeg wordt dat niet voorgesteld door de Raad. Zij zoeken de oplossing in maatregelen die de carrièrekosten moeten verlagen, zoals “een voor starters toegankelijker woningmarkt” en “betere mogelijkheden werk en zorg te combineren”. Lovenswaardige idealen, beide. Maar hoe gaan we dat doen?

Babyprikkels

Het schijnt dat er in Duitsland een bescheiden baby-boom gaande is. Lokaal wordt gesproken van 10-15% meer babies dan normaal. Volgens Der Spiegel komt dat allemaal door het WK voetbal dat negen maanden geleden plaatsvond. Dat lijkt mij redelijk onwaarschijnlijk: Duitsland is nog wel eens verder gekomen op een WK in eigen land en zover mij bekend was er toen ook geen sprake van meer babies. Een veel waarschijnlijker verklaring lijken mij de fiscale prikkels waardoor het sinds 1 januari een stuk aantrekkelijker is om babies te krijgen. Zie bijvoorbeeld ook de wetenschappelijk onderbouwde ervaringen in Australie.

Ook in China wordt een baby-boom verwacht, zo meldt de Economist, maar dat komt omdat het Jaar van het Varken net is aangebroken, en volgens de Chinezen brengt dat geluk.

Leiders in het noordoosten van India zijn bang dat het eigen volk door toenemende migratie in de minderheid raakt. Wat doen ze er aan? Precies, een subsidie voor vrouwen met meer dan twaalf kinderen.

Op Cyprus tenslotte wordt juist gevreesd voor een abortus-boom: het lijkt er op dat er een fikse subsidie komt voor vrouwen met meer dan drie kinderen en, zo luidt de theorie, daarom laten vrouwen die net zwanger zijn nu een abortus uitvoeren om dat vierde kind pas te krijgen als de subsidie is ingevoerd.

Ondertussen bij de oosterburen

Mensen reageren op economische prikkels, zelfs al dat niet politiek correct is. In Duitsland kunnen we begin volgend jaar dan ook een piek in het geboortecijfer verwachten, na een flinke dip aan het einde van dit jaar. Hoezo? Per 1 januari wordt daar het Elterngeld ingevoerd. Dat betekent dat ouders die voor hun pasgeboren kind willen zorgen en daardoor niet volledig kunnen werken, gedurende maximaal 14 maanden van de overheid een maandelijkse bijdrage krijgen van tussen de 300 en 1800 euro. Als ik het allemaal goed begrijp. Hoe dan ook, het AD meldt vandaag dat degene wiens kind wordt geboren op 1 januari in plaats van op 31 december, daardoor een voordeel heeft dat kan oplopen tot zo’n 20.000 euro. Je vraagt je dan toch af of die regeling niet had kunnen worden ingevoerd op een manier die iets minder perverse prikkels zou opleveren.