Al eerder hadden we het over het verdeelmechanisme voor WK-kaartjes, waarbij niet de hoogst biedende, maar degene wiens uurtarief het laagst is (dan wel wiens oranjeliefde het grootst) de kaarten krijgt. Maar wie de legale markt afsluit krijgt een zwarte markt terug, en dus zijn er inmiddels extra kaarten voor de rijken.
Nooit te beroerd om de markt tegen te werken, vaardigt de arbeiderspartij vandaag Gerdi Verbeet af naar de dagbladen, met de oproep om de vrije handel in kaartjes een halt toe te roepen. Met het, voor Gerdi ongetwijfeld nieuwe, argument “de Engelsen doen het ook zo” vraagt ze de minister de vrije handel zwaar te straffen.
De vergelijking met de drugsmarkt dringt zich op: een markt die verboden wordt en waar dus, voor de minder gezagsgetrouwen, aardig te verdienen valt. De risico’s voor de klant (verslaafde?) nemen toe, omdat de kwaliteit van het product niet meer gegarandeerd is als de handel niet onder overheidstoezicht valt. Een verslechtering van de situatie dus, en één die de overheid op grote kosten jaagt. Voor drugs is dat misschien de minst slechte oplossing (hoewel), maar voor voetbalkaartjes?
Iemand moet mij toch eens uitleggen wat er mis is met het verkopen van, zeg, het halve stadion op de openbare markt.