Het gouden aandeel

De Tweede Kamer wil het gouden aandeel terug. Met een gouden aandeel wordt bedoeld het scheiden van eigendom en zeggenschap voor beleggers, een lange Nederlandse traditie die je ook terugziet in het uitgeven van certificaten van aandelen. De reden: buitenlandse beleggers zijn steeds vaker staatsbedrijven, waardoor vreemde regeringen invloed zouden kunnen uitoefenen in ons land.

Het is hinken op twee gedachten. Aan de ene kant wil je beleggers en ondernemers hun gang laten gaan omdat economische vrijheid leidt tot welvaart en vooruitgang, aan de andere kant wil de overheid geen afstand doen van de uiteindelijke macht. Toch moet je een keuze maken: een bedrijf dat een gouden aandeel bij de overheid gestald heeft is veel minder waard. Bovendien leidt bescherming tegen vijandige overnamen tot luiheid bij de managers.

Maar belangrijker nog is de volgende overweging: hoewel het aantal buitenlandse eigenaren van Nederlandse bedrijven toeneemt zijn we nog altijd een zeer grote netto investeerder in het buitenland. Dat wil zeggen: Nederlanders bezitten meer buitenlandse bedrijven dan omgekeerd. Als we hier gaan morrelen aan het eigendomsrecht van investeerders, of erger nog, Europese initiatieven in die richting steunen, gaat dat uiteindelijk ten koste van ons eigen geld.

update: Dit artikel van econoom Larry Summers gaat in op de risico’s van staatsbeleggingen. Eén van de belangrijkste punten, de mogelijkheid dat de nieuwe eigenaar om politieke gunsten vraagt voor zijn bedrijf, is niet op te lossen met een gouden aandeel. Idee van Summers: laat landen uitsluitend via vermogensbeheerders beleggen.

Auteur: Thijs

Econoom. Krantenlezer. Stuurman aan wal.