Zomerhuisje

Mijn ouders bezitten een zomerhuisje dat ze soms zelf gebruiken, soms verhuren. Aangenomen dat de huurprijs vastligt (volledige mededinging) is de relevante marge het aantal dagen dat ze er zelf gebruik van maken. Zelf bewonen levert positief, maar afnemend marginaal nut.

Zegt mijn moeder gisteren: we gaan het huisje dit jaar meer verhuren, want er moet een nieuw dak op. U begrijpt: de extra huurinkomsten worden gebruikt om de verbouwing te betalen.

Meer verhuren kan optimaal zijn. In het huidige evenwicht is het marginale nut van de overige consumptie die kan worden verkregen voor het bedrag van een week huur gelijk aan het marginaal nut van van een week bewonen. Een nieuw dak brengt daar geen verandering in (het oude lekt niet). Voor zover de kosten ervan het besteedbare inkomen verlagen (en leiden tot een hoger marginaal nut van consumptie) zou je inderdaad verwachten dat het huisje minder bewoond en meer verhuurd wordt.

Maar ik heb zo’n gevoel dat de grootte van dit effect eerder in de uren dan in de weken ligt. Bovendien kan het niet optimaal zijn om tijdelijk meer te verhuren. Wat zit hierachter? Beperkte liquiditeit? Schaalopbrengsten in de verhuur? Of… irrationaliteit? En is dat erfelijk?

Auteur: Thijs

Econoom. Krantenlezer. Stuurman aan wal.

3 gedachten aan “Zomerhuisje”

  1. Risico beperking? Het nieuwe dak gaat immers ook niet eeuwig mee, het moet worden afgeschreven.

    Bovendien is er uit de behavioural economics bekent dat mensen met gesloten accounts werken: kosten uit het huisje moeten gecompenseerd worden met opbrengsten uit het huisje.

  2. Die gesloten accounts, daar was ik ook al bang voor. Wie op die manier rekent mijdt risico’s maar mist kansen om meer geluk uit dezelfde middelen te halen.

    Maar misschien wordt je wel ongelukkig van constant optimaliseren.

  3. Volgens Barry Schwartz (The Paradox of Choice) word je inderdaad ongelukkig van constant optimaliseren.

Reacties zijn gesloten.