Het leukste van het NRC geldblog is de volstrekt absurdistische belastingrechtspraak die daar met enige regelmaat langskomt. Brachten wij u eerder al het Geval van de Heidense Kerstversierselen, vandaag aandacht voor de Zaak van de Bevroren Knoflookteen.
Pardon!? Tja. Er schijnt in dit land voor verse knoflook een hoger invoertarief te gelden dan voor knoflook in bevroren staat. In Haarlem diende een zaak tegen een importeur die tenen invoerde bij minus 1,5 graad Celsius en vervolgens beweerde dat ze bevroren waren. De belastingrechter wist wel beter:
Water bevriest bij nul graden, maar hoe zit dat bij knoflook? Dat bestaat voor tweederde uit water, maar er zit ook zout in. Door dat zout bevriest een knoflookteentje pas door en door bij minus tien graden celcius, zo verklaarde een deskundige in de rechtzaal. Hij had het speciaal voor deze rechtszaak uitgeprobeerd.
Uiteindelijk zit het absurde natuurlijk niet zo zeer in dergelijke rechtzaken, maar veel meer nog in de regels die ze mogelijk maken. Deze kwestie is een aardige illustratie van dat er maatschappelijk gezien aan regelgeving en belastingheffing soms veel meer kosten zijn verbonden dan alleen het verstoren van consumptie- en productiebeslissingen. Die hele rechtsgang zal een kostbare zaak zijn geweest en maatschappelijk gezien volstrekte verspilling. Daarnaast zijn er blijkbaar in dit land belastingambtenaren die zich bezighouden met het vaststellen van de temperatuur van ingevoerd knoflook, ook al niet een heel productieve bezigheid. Bovendien moet er ooit een bevrorenknoflooktenenlobby zijn geweest die er met succes in geslaagd is het tarief van ingevroren knoflook naar beneden te krijgen. Ook die mensen, en de regelgevers die overstag zijn gegaan, hadden vanuit maatschappelijk oogpunt hun tijd wel beter kunnen besteden.
En juist omdat het zo’n onbeduidend onderwerp is waar verder niemand zich druk over maakt blijft dergelijk onrecht maar voortduren. Het lijkt me tijd voor kamervragen.