De Goethe veiling

Even iets heel anders nu. Johann Wolfgang von Goethe is volgens Wikipedia vooral bekend als wetenschapper, toneelschrijver, romanschrijver, filosoof, dichter, natuuronderzoeker er staatsman. Minder bekend is dat de man ook nog eens een briljant speltheoreticus was.

Het schijnt dat in de 18e eeuw auteursrechten nog niet zo goed geregeld waren. Een auteur verkocht zijn werk gewoon aan een uitgever, die daarmee alle rechten op het werk kreeg. Voor de auteur was het lastig in te schatten hoeveel de uitgever nu precies aan zijn werk kon verdienen. Bij de verkoop van zijn gedicht Hermann und Dorothea, verzon Goethe daar iets op:

Was das Honorar betrifft, so stelle ich Herrn Oberkonsistorialrat Böttiger ein versiegeltes Billet zu, worin meine Forderung enthalten ist, und erwarte, was Herr Vieweg mir für meine Arbeit anbieten zu können glaubt. Ist sein Anerbieten geringer als meine Forderung, so nehme ich meinen versiegelten Zettel uneröffnet zurück und die Negation zerschlägt sich, ist es höher, so verlange ich nicht mehr als in dem, alsdann von Herrn Oberkonsistorialrat zu eröffnenden Zettel verzeichnet ist.

Inderdaad. Goethe schrijft een bedrag op, stopt dat in een gesloten envelop, de uitgever mag een bod uitbrengen, is dat hoger dan het bedrag dan Goethe heeft opgeschreven dan krijgt hij het manuscript tegen het bedrag dat was opgeschreven, zo niet dan niet.

Liefhebbers herkennen hierin natuurlijk onmiddellijk een variant op de second-price sealed-bid auction, bijna twee eeuwen later opnieuw geintroduceerd door William Vickrey en daarom ook bekend als Vickrey auction. Bij zo’n veiling is eenvoudig aan te tonen dat het een dominante strategie is om je eigen waardering te bieden. Op die manier komt de veilingmeester (Goethe) er dus achter wat het geveilde goed waard is. En dat was precies de bedoeling.

Meer hier, en in het Duits hier. Moldovanu en Tietzel schreven er over in JPE.

Overigens liep het met Goethe’s veiling niet goed af. De tussenpersoon bleek niet geheel betrouwbaar, waardoor de uitgever een bedrag bood dat precies gelijk was aan het bedrag dat Goethe had opgeschreven. Op zich merkwaardig, want in principe maakte het voor de uitgever niet uit of hij weet wat dat bedrag is.