Toch nog even terugkomen op Inshared’s Halve Allrisk, waar we een dikke week geleden over berichtten. Grote onzin, berichtte ondergetekende, iemand die risicoavers is en bereid is voor een halve dekking te betalen, zal zeker ook bereid zijn voor een hele dekking het dubbele bedrag op te hoesten. Trouwe en oplettende lezer Allard schrijft echter het volgende:
Je post aangaande de halve allrisk vond ik raar. [?¦] Zij u(.) (u’>0,u”<0) de nutsfunctie van een homo economicus. Zij x het vermogen (zonder schade) van voornoemde h.e. en stel dat d de schade is. De kans op schade is p. Dan is onze h.e. bereid om kheel=p(u(w)-u(w-d)) te betalen voor de hele allrisk en khalf=p(u(w-d/2)-u(w-d)) voor de halve allrisk. Omdat u concaaf is, geldt dat u(w-d/2)-u(w-d)>u(w)-u(w-d/2) en dus dat kheel<2*khalf.
Allard heeft helemaal gelijk. Voor het gemak een getallenvoorbeeldje. Stel iemand heeft een vermogen van 100 en de mogelijke schade die hij oploopt bedraagt 20. Mijn redenering was als volgt: als zo iemand bereid is een verzekering af te sluiten tegen het risico dat zijn vermogen naar 90 valt, dan zal die persoon zeker ook bereid zijn een verzekering te nemen tegen een dubbele premie die het risico dekt dat zijn vermogen naar 80 valt. Het verschil in nut tussen 80 en 100 is immers meer dan twee keer zo groot als het verschil in nut tussen 90 en 100.
Op zich was die waarneming juist. Probleem is alleen dat dat niet de manier is waarop de halve allrisk werkt. Wie een halve allrisk afsluit dekt zich effectief immers in tegen het risico dat zijn vermogen naar 80 daalt in plaats van naar 90. Wie bereid is daarvoor te betalen is niet automatisch bereid om ook het dubbele te betalen om zich in te dekken tegen het risico dat zijn vermogen naar 80 daalt in plaats van op 100 blijft. Immers: het verschil in nut tussen 80 en 100 is minder dan twee keer zo groot als het verschil in nut tussen 80 en 90.
Goh. Wat een goed idee, zo’n halve allrisk.