Op vrijdag de 13e blijven brokkenpiloten thuis, of rijden ze zachter. Daardoor zijn er die dag minder ongelukken. De redenen waarom men denkt op de 13e extra pech te hebben zijn onduidelijk, maar waarschijnlijk irrationeel.
Is het aantal ongeluksdagen optimaal? Ten eerste betekent vrijdag de 13e natuurlijk opbrengsten en kosten: er worden minder brokken gemaakt maar doordat bijgelovige mensen minder risico nemen (thuis blijven, bijvoorbeeld) loopt de productiviteit ook terug. Laten we aannemen dat het effect op dit moment positief is, dat de opbrengsten hoger zijn dan de kosten.
Is het aantal ongeluksdagen dan hoog genoeg? Stel dat we de mogelijkheid hebben om ook vrijdag de 14e en vrijdag de 15e als ongeluksdag in de boeken te krijgen, moeten we dat dan doen? Of moet juist de reputatie van de 13e verbeterd worden? Twee effecten werken tegen elkaar in: de (veronderstelde) positieve opbrengsten van extra ongeluksdagen zijn goed, maar ook de kosten van irrationaliteit nemen toe: één keer in de zeven maanden voorzichtig aan doen is een stuk minder vermoeiend dan om de andere maand. Bij meer ongeluksdagen zullen er dus minder mensen geloof aan hechten, waardoor de totale opbrengst afneemt.
Het probleem lijkt wel wat op de optimale prijs voor een monopolist. Een hogere prijs zorgt voor meer opbrengst per klant, maar voor minder klanten. Het optimum hangt af van de elasticiteit van de vraag. In dit geval gaat het om de elastiticiteit van geloof: hoe moeilijk kun je het iemand maken voordat hij/zij er niet meer intrapt? Mensen houden van hun bijgeloof, zoveel is duidelijk. Een extra ongeluksdag kan er zeker af. Maandag de 1e?