Speculeren op voedselprijzen

De afgelopen dagen is uit twee kampen opgeroepen de handel in futures op voedsel te verbieden. Een Indiase minister deed het en, voor ons het meest relevant, ook Ieke van den Burg (MEP,PvdA). De handel is namelijk “onethisch en absoluut verwerpelijk” en maakt “winsten over de ruggen van de allerarmsten”. Maar mevrouw Van den Burg zit er deerlijk naast, haar bewering is niet alleen feitelijk onjuist maar zelfs tegengesteld aan de werkelijkheid: het verbieden van de handel in futures is schadelijk voor de allerarmsten.

Een future is een contract waarbij de prijs voor een levering in de toekomst wordt vastgelegd. Ik lever volgend jaar 1000 ton maïs tegen €5 per ton. Die afspraak staat, ongeacht wat er ondertussen met de maïsprijs gebeurt. Voor mij, de producent, is daarmee de onzekerheid over de leveringsprijs verdwenen.

Dat is nuttig. Zonder futures produceert een boer namelijk een combinatie van twee dingen: een product, zeg maïs, met een verwachte prijs en daarnaast een risico, een deelname aan een loterij, dat voortkomt uit de onzekerheid omtrent die prijs. Futures maken het mogelijk om afstand te doen van dat tweede product, terwijl het eerste product beschikbaar blijft. De tegenpartij die het risico overneemt bestaat uit beleggers die het graag willen dragen, maar die niet geïnteresseerd zijn in het eerste product.

Het is logisch dat het bestaan van futures het aanbod van voedsel vergroot: sommige boeren die niet willen produceren onder onzekerheid zullen dat wel durven als de prijs vaststaat. Verder geven future-prijzen informatie over de gewassen waar, op het moment dat ze geoogst worden, de meeste vraag naar zal zijn. Die informatie helpt tekorten voorkomen.

Wat er op dit moment gebeurt is dat de loterij een grote uitbetaling heeft gedaan: de prijzen van voedsel zijn enorm gestegen. Achteraf kun je dus zeggen dat de boeren het risico beter zelf hadden kunnen dragen. Maar dat is niet eerlijk, want die informatie was bij het aangaan van het contract nog niet bekend. De prijzen hadden ook kunnen dalen. Het is onwaarschijnlijk dat mevrouw Van den Burg dan had geklaagd over de allerarmsten die er met het geld van Westerse beleggers vandoor zijn gegaan.

Anders gezegd: je kunt speculatie niet één kant op verbieden. Wie zegt dat beleggers geen winst mogen maken op dit soort contracten, zegt ook dat boeren zelf de verliezen moeten dragen als de prijs lager uitvalt. Dat is ook het directe effect van een verbod op de handel in futures. Een boer die het risico op de prijs niet kan verkopen is in zijn keuzevrijheid beperkt en dus kan het niet anders of een aantal boeren zal dan besluiten om minder te planten. Dit verlaagt het aanbod en drijft de prijs van voedsel op, met ernstige gevolgen voor de armste mensen in de wereld. (update: meer standpunten in Trouw.)