Er is discussie in het Verenigd Koninkrijk over een minimumprijs voor alcohol. Lees hier bijvoorbeeld een artikel van de nieuwsdienst van de BBC:
[The] report said a 50p minimum price for a unit of alcohol would mean a standard bottle of wine could not be sold for less than £4.50, a two litre bottle of cider for £5.50, and the average six pack of lager for £6.00.
De minimumprijs moet er komen vanwege de negatieve externe effecten van de consumptie van, bijvoorbeeld, een twee-literfles cider. Overigens kan van dit soort hoeveelheden ook de gebruiker zelf achteraf spijt krijgen, een probleem waar het in Engeland vooralsnog niet over gaat. Hoe dan ook, de PM is tegen.
Speaking at a press conference at 10 Downing Street on Monday [Gordon Brown] said: “We don’t want the responsible, sensible majority of moderate drinkers to have to pay more or suffer as a result of the excesses of a minority.”
Een reactie waarbij je je afvraagt wat meneer Brown zoal consumeert. Economisch gezien is dit namelijk helemaal geen probleem, mits het systeem correct wordt uitgevoerd. Gaat men in het VK inderdaad minimumprijzen hanteren dan loopt het mis: het aanbod wordt groter dan de vraag en het voorspelbare gevolg is een zwarte markt voor alcohol en een grote strijd om marktaandeel op de legale markt, met de bijbehorende toename van de reclame en andere marketing.
Het juiste recept is natuurlijk een extra accijns op alcohol, hoog genoeg om de prijzen op het gewenste niveau te krijgen. Het verschil is dat de extra opbrengst in dat geval naar de overheid gaat, die het geld kan gebruiken om de belastingen te verlagen. Op die manier verandert er voor de gemiddelde drinker in principe niets: de hogere accijns worden gecompenseerd door lagere belastingen. Zware drinkers betalen wel meer, niet-drinkers gaan erop vooruit. Het hele verhaal lijkt dan sterk op de manier waarop we in Nederland excessief autogebruik willen aanpakken.
Natuurlijk zijn er wel gedragseffecten: de gemiddelde drinker zal minder drinken en het vrijgekomen geld aan andere zaken besteden. Dit leidt bij hem/haar tot een welvaartsverlies maar bij alle anderen, door de externe effecten, tot een welvaartswinst.