Deflatie in de VS

Er is deflatie (0,4%, jaar op jaar) geconstateerd in de VS, voor het eerst sinds 1955. Wat betekent dat? Is het van belang voor Nederlanders?

De feiten. Deflatie betekent dat het prijspeil voor consumenten daalt, aankopen worden goedkoper. In dit geval is dat met name brandstof: door de lage olieprijs (was $145 vorig jaar juli, nu rond de $50) kosten benzine en verwarming een stuk minder. De meeste overige aankopen worden nog wel steeds iets duurder. In het VK wordt ook deflatie verwacht. In de Eurozone is de inflatie nu 0,6% en voor Nederland geldt dat de inflatie 2% bedraagt. Dat is een heel normaal niveau. Toch hoeven wij niet terug naar de jaren ’50 om deflatie te zien. In 1987 hadden we er voor het laatst mee te maken. Ook hier was de oorzaak een dalende olieprijs.

Deflatie, is dat niet heerlijk? Dalende prijzen, dat lijkt een heel prettige verandering. Maar consumenten moeten zich realiseren dat die situatie, reëel gezien, normaal is. Ieder jaar kun je voor een gemiddeld inkomen meer kopen. Nominale deflatie, het echte dalen van prijzen, is een heel ander verhaal. Het probleem is dat de economie in dat geval rare kuren gaat vertonen. Wetende dat prijzen constant dalen, zien slimme mensen in dat ze beter kunnen wachten met de aanschaf van allerlei goederen. Daardoor loopt de omzet van winkels terug, waardoor die moeten besluiten de prijzen nog verder te verlagen. Het proces houdt zichzelf dus in stand. Ondertussen zijn mensen met schulden de klos, want het wordt steeds moeilijker genoeg te verdienen om die af te betalen (quoot ik mijzelf).

Voor beleidsmakers is er de angst dat ze, eenmaal in een situatie van deflatie, niets meer kunnen doen. De rente verlagen werkt op dat moment niet meer omdat men ook zonder te sparen een rendement haalt. Afschrikwekkend voorbeeld is Japan, dat in de jaren ’90 op die manier in de soep liep.

Wat nu? Om een uitgebreide deflatie te voorkomen kan de centrale bank meer geld in omloop brengen, bijvoorbeeld door de rente te verlagen. Als dat niet meer werkt kan de bank zelf krediet verstrekken aan bedrijven of de overheid. Extra geld jaagt de prijzen weer omhoog. Bij dit alles moet wel in het achterhoofd gehouden worden dat de centrale bank er eigenlijk is om de inflatie te beperken. Men is dus vaak wat huiverig voor dit soort acties. Overigens in Europa huiveriger dan in de VS, waar de Fed ook verantwoordelijk is voor het aan de praat houden van de economie.

Het probleem dat hier in feite speelt is dat we geen idee hebben hoe het nu met de economie staat. Onze informatie bestaat uit maar een paar getallen die om de paar dagen gepubliceerd worden. Daaruit moeten we een beeld vormen van een enorm gecompliceerde machine. Dit deflatiecijfer is zo’n getal, en het geeft aan dat het misschien iets slechter gaat dan verwacht. Het is onverstandig om op basis daarvan meteen alles op z’n kop te zetten en met groot monetair beleid te komen. Het volgende getal komt misschien al over een paar dagen.

Voor consumenten geldt dat het verstandig is om over een lange termijn te denken. Nu gaat het slecht, over een paar jaar misschien wel weer goed. Het is niet verstandig om nu heel erg te besparen en later weer een boot te kopen. De overheid kent een trendmatig begrotingsbeleid, wat betekent dat ze de uitgaven niet meteen aanpassen als de inkomsten omhoog of omlaag gaan. Die demping is goed voor onze economie. Consumenten zouden, als ze dat kunnen, hetzelfde moeten doen.

Vanmiddag, 16:15, Radio 1. Snelle commentatoren kunnen mijn analyse nog verbeteren! u bent helaas te laat. Voor de liefhebbers een MP3 [5.9 Mb]