Terwijl een grote stoet auto’s zich vandaag naar het zuiden begeeft lees ik toevallig een oud stuk van Sinn (zie ook hier) over hoe de beschikbaarheid van verzekeringen leidt tot doelmatiger productie. Hij heeft een mooie anecdote over de koopvaardij vanuit Hamburg: lang was het de gewoonte om met ieder schip een escorte mee te sturen ter bescherming tegen piraten. Toen er een markt voor verzekeringen ontstond, waardoor het verlies van één schip niet meer catastrofaal was, hield men daarmee op met als gevolg een grote verlaging van de kosten. Dit droeg volgens Sinn bij aan het succes van de Hamburgse haven.
De analogie met de uittocht van vandaag is treffend. Het risico op piraterij is voor de vakantieganger welliswaar beperkt, maar autopech en kleine ongelukken komen veel voor. Twee generaties geleden had elke reiziger daarom een koffer vol gereedschap en een pak geld bij zich. Veel mensen bleven gewoon thuis. Mijn ouders hadden het al makkelijker: met een goede reserveband, een krik en de internationale reis-en-kredietbrief reden ze de straat uit. Tegenwoordig zijn een credit card en de (standaard) mobiliteitsservice voldoende.
Het punt van Sinn is dat efficiënte verzekering leidt tot meer activiteit maar ook tot moral hazard, té risicovol gedrag. Er is een optimum waar je ook overheen kunt gaan. Anders gezegd: een gedeelte van de stroom vakantiegangers had de auto nog even laten nakijken als ze het risico van pech of ongeluk zelf hadden moeten dragen. Wie vanmiddag in de file staat kan dus de verzekeringssector de schuld geven.