Volgens Het Nederlandse Volk was Balkenende de winnaar van de Algemene Beschouwingen, zo meldde onder meer het NOS journaal afgelopen weekend. Bos behaalde een tweede plaats, terwijl Marijnissen en Halsema gedeeld derde werden. Deze uitslag is gebaseerd op een onderzoek van Maurice de Hond. Op de vraag “Wie vindt u de winnaar van de Algemene Beschouwingen?” antwoordde namelijk 18% Balkenende, 16% Bos, terwijl Marijnissen en Halsema elk 8% scoorden.
Wat zeggen deze cijfers? Eigenlijk heel weinig. En ze zeggen zeker niet dat Het Volk vindt dat Balkenende het beter deed dan Bos, zoals NOS Teletekst vrijdagavond suggereerde. Eigenlijk bestaat de mening van het volk helemaal niet, zo leert de sociale keuzetheorie, een onderdeel van de economie dat zich met dergelijke problemen bezig houdt. Of, om preciezer te zijn: zelfs als ieder individu keurig zijn of haar voorkeuren over een aantal alternatieven kan aangeven, dan betekent dat nog niet dat Het Volk als geheel ook zulke goed gedefinieerde voorkeuren heeft. Deze enquete laat dat mooi zien.
Tijdens de Algemene Beschouwingen ging van Aartsen flink onderuit, zo vond Het Volk. Dat vonden zelfs de VVD-aanhangers in het panel van de Hond: slechts 11% van de VVD-ers vond hun kopman de winnaar, terwijl 30% voor Balkenende koos. Maar stel nu eens dat de VVD geen ruzie had gekregen over de kilometerheffing. Dan zouden veel meer VVD’ers van Aartsen als winnaar hebben aangewezen. Als gevolg daarvan zou Balkenende veel minder stemmen hebben gekregen, en hoogstwaarschijnlijk dus nog onder Bos zijn geeindigd.
Ergo. Omdat van Aartsen het zo slecht deed, “vond” het volk dat Balkenende beter was dan Bos. Die uitslag zegt dus vrij weinig over de prestaties van beide. Eén van de eisen die economen aan een bruikbare voorkeursordening stellen, is independence of irrelevant alternatives (onafhankelijkheid van irrelevante alternatieven): de keuze tussen A en B mag niet afhangen van de vraag of C al dan niet aanwezig is. Aan die voorwaarde is hier duidelijk niet voldaan: de keuze tussen Balkenende en Bos hangt immers af van de prestaties van van Aartsen. Van een “Voorkeur Van Het Volk” kan dan geen sprake zijn. Sterker nog, als de vraag was geweest: “Wie deed het beter, Bos of Balkenende?”, dan was waarschijnlijk Bos als winnaar uit de bus gekomen.
Nu is sociale keuze theorie een wiskundig vak en dat is iets waar politici maar al te graag vanaf blijven; hooguit zullen zij wiskunde op een verkeerde manier onder de aandacht proberen brengen. Zij houden zich liever bezig met strategische beïnvloeding van de kiezer.