Ik lees de columns van Ronald Plasterk graag. Hij heeft meestal gelijk en zo niet, dan zijn de argumenten toch de moeite waard. Het is jammer dat de Volkskrant ze niet online zet, zo wordt het een beetje moeilijk om ze hier te bespreken. Vandaag is het nog erger, want Plasterk’s column bespreekt twee artikelen die beide alleen voor abonnees te zien zijn. Dit wordt dus een lastig (en voor de doorzetters, een duur) debat.
Maar goed. De column heet de de heilige markt en u vindt hem op pagina 13. Het onderwerp is de taxibranche, die geliberaliseerde markt waar de prijzen hoog blijven en de kwaliteit afneemt. Plasterk citeert twee artikelen: één in “het conservatieve” Elsevier, de ander in “het linkse weekblad” de Groene. De grap is dat Elsevier schrijft
De vrije markt voor taxi’s is een mislukking waar klant niets aan heeft. Terug naar de regulering.
terwijl de Groene roept
Door onvoldoende tucht van de markt vervliegen de efficiëntievoordelen van marktwerking. […] Het wordt tijd dat de laffe Nederlandse overheid dit eindelijk een keer begrijpt.
Wonderlijk, concludeert de schrijver, je zou toch denken dat conservatieven tegen regulering zijn en lezers van linkse weekbladen tegen marktwerking. Maar ja, de schrijver van de Groene is een econoom (het betreft Bas Jacobs). Na enig wikken concludeert Plasterk dat de Elsevier-schrijver gelijk heeft: immers, overal ter wereld is de taximarkt gereguleerd. Uitsmijter: Juist economen zouden moeten analyseren waarom [marktwerking] soms niet de beste oplossing is. En bedankt.
Volgens mij willen de schrijvers van Elsevier en de Groene precies hetzelfde. De huidige situatie in de taximarkt is slecht voor consumenten: door het gebrek aan concurrentie liggen de prijzen te hoog, waardoor de welvaart van de klant te laag is. Beide schrijvers gaat dat aan het hart, en er zijn twee mogelijke oplossingen: of er komt een door de overheid vastgestelde maximumprijs, of we proberen de concurrentie alsnog aan te wakkeren. Welke van die twee oplossingen de beste is, is een kwestie van kosten en baten. Wie veel vertrouwen heeft in het vermogen van de overheid om in dit soort gevallen billijke tarieven op te leggen, zich niet te laten chanteren en bij veranderingen flexibel aan te passen, gaat voor regulering. Wie bij die capaciteiten van de overheid zo zijn twijfels heeft, kijkt waarom concurrentie niet plaatsvindt en doet daar iets aan.
Mijn sympathie ligt bij de econoom. Jacobs stelt voor chauffeurs te beschermen, bij opstapplaatsen toezicht te houden en met grote letters op de deur het tarief bekend te maken. Dat alles om de vrije keuze te vergemakkelijken. Allemaal omslachtig, maar daar gaat het niet om: Jacobs is geen taxiondernemer en er zijn vast betere manieren (taxi bestellen per mobieltje? Ik zie grote voordelen.). En de baten van succesvolle concurrentie zijn groot genoeg om die nog eens te proberen.
(Overigens: als weekbladen standpunten verkondigen die tegen hun principes lijken, hebben ze vaak gelijk. Leert de theorie.)
Dat u het weet: Plasterk werkt voor dezelfde universiteit als ik (en woont, kennelijk, in dezelfde plaats). Jacobs is mijn buurman bij de universiteit van Tilburg, waar we allebei een aanstelling hebben. Hier staan zijn columns, deze staat er nog niet bij.
Juist als de markt transparanter wordt door de prijzen op de deuren te zetten, wordt de markt tegelijk ook transparanter voor de bedrijven. Daarmee kunnen ze de prijzen hoog houden en wie weet zijn de consumenten dan wel verder van huis…
Peter,
Ah, u doelt op het inmiddels klassieke artikel over de Deense cementindustrie waarbij door de overheid opgelegde prijstransparantie leidde tot hogere prijzen, want tot kartelvorming. Tja. Zou kunnen gebeuren. Maar dat risico lijkt me in dit geval mee te vallen, zeker met het voorgestelde flankerend beleid.
Zelf ben ik haast geneigd mee te gaan met de stelling dat lichte regulering op de taximarkt onontbeerlijk is. Maar ach, als we eerst eens het plan Jacobs een kans geven, dan kunnen we daarna altijd nog zien.