Onderzoek van het Amsterdamse SEO Economisch Onderzoek haalt vandaag de krant. De belangrijkste quote: “Het werknemerstekort in de Europese Unie loopt in 2050 op tot bijna 32 miljoen arbeidskrachten.”
De quote lijkt te betekenen dat de vraag naar arbeid in 2050 32 miljoen FTE groter is dan het aanbod. Hoe weten de onderzoekers wat vraag en aanbod over 43 jaar zullen zijn? Het aanbod is makkelijk berekend: Eurostat publiceert een demografisch scenario waaruit blijkt hoeveel Europeanen in 2050 tussen de 15 en 64 zullen zijn. Aangenomen dat de participatie niet verandert geeft dat het aanbod. Voor de vraag neemt men aan dat die net zo groot is als op dit moment.
Waar gaat het allemaal fout?
- Vraag. De totale werkgelegenheid van vandaag als arbeidsvraag van 2050 veronderstellen is, laten we zeggen, arbitrair. De vraag naar arbeid hangt af van veel zaken, zoals daar zijn productiviteit, prijs, bestedingen en de aanwezigheid van complementaire factoren zoals kapitaal. Allemaal zullen die in 43 jaar aanmerkelijk veranderen.
- Aanbod. Misschien dat we in 2050 terugkijken naar vandaag en hartelijk moeten lachen om onze definitie van working age. Vooral de grens van 64 lijkt rekbaar. Ook verandert de participatie continu; toegegeven, daar schrijven de onderzoekers wel over maar dat haalt de krant niet. Beide factoren hebben te maken met het vergeten derde deel van het diagram:
- Prijs. Stel, er zijn inderdaad 32 miljoen arbeidskrachten te weinig. Wat denkt u dat er gebeurt met de lonen? En zou een stijging van de lonen er misschien toe leiden dat er, zeg, minder vraag en meer aanbod zal komen?
- Handel. Veel van de huidige vraag in Nederland komt uit het buitenland. Wij hebben een exportoverschot, wat ertoe leidt dat we vermogen opbouwen in het buitenland. Dat geeft ons het recht om op een zeker moment, zeg 2050, een importoverschot te creëren. Daarmee kunnen we aan een gedeelte van de vraag van gepensioneerden voldoen zonder dat er Nederlandse arbeid voor nodig is.
Het is erg lastig om iets te zeggen over de situatie in 2050 en zelfs economen die met al het bovenstaande rekening houden maken grote voorbehouden bij hun projecties. Het goed zijn als iets van die onzekerheid ook in de pers ter harte werd genomen.