Waarom zijn de inwoners van Afrika arm? Omdat ze te lui zijn om te werken. Geloof het of niet, volgens dit artikel in de Volkskrant is dat de strekking van dit boek van tropisch landbouwkundige Toon van Eijk.
‘Als je ze uitbetaalt, komen ze niet meer todat het geld op is. Ze zijn niet gericht op het leveren van kwaliteit. Zo kun je geen project afmaken […] In de praktijk hoor je iedereen over dat arbeidsethos klagen, zeker onder blanke ontwikkelingswerkers.
Er is een eenvoudige manier om te zien dat dit onzin is: zet een Afrikaan in Amerika of Europa neer en hij of zij werkt net zo hard als de Westerlingen. Maar niet alleen de analyse van de oorzaak klopt niet, ook de oplossing is twijfelachtig:
Afrika moet een protectionistisch beleid voeren. Want bij liberalisering van de markten hoort ook een concurrerend arbeidsethos. Dat kun je alleen opbouwen door jezelf af te schermen.
Twee keer fout: (1) door het voeren van een protectionistisch beleid bescherm je laag-productieve activiteiten. De noodzaak om, bijvoorbeeld door harder te werken, productiever te worden ontbreekt. (2) wie de handel stillegt voorkomt welvaartsverhogende ruil (en maakt Afrikanen dus onmiddelijk nog armer) en verhindert de opname van nieuwe technologie. Dom, dom, dom. Er is een reden dat ik geen adviezen geef over tropische landbouw: ik heb er geen verstand van.
(Overigens valt er wel degelijk een intelligent debat te voeren over ontwikkeling en protectionisme. Zie recentelijk Rodrik en DeLong, zeer aan te raden.)