Ik geef het toe, wij hebben het al veel te vaak gehad over de pogingen om de zwarte handel in kaartjes te verbieden. Hier bijvoorbeeld, hier, hier en ook hier. Maar soms moet het gewoon weer even. De boosdoener vandaag: de KNVB. Als u naar het EK voetbal heeft gekeken, is u misschien opgevallen dat er aanzienlijk meer oranje op de tribune zat dan je op basis van de aan de Nederlanders toegekende kaarten zou verwachten. Uiteraard hebben we dat volledig te danken aan de zwarte handel. Desalniettemin pleit de KNVB toch voor een verbod. Waarom? Gaat u er vooral even rustig voor zitten:
[Er wordt] twintig, dertig keer te veel betaald voor een kaartje van 65 euro. Deze toernooien moeten een hoge mate van toegankelijkheid hebben. Het mag geen kwestie van vraag en aanbod zijn. [sic]
Goed. Laten we even de zaken rustig op een rijtje zetten. Wanneer denkt u dat deze toernooien toegankelijker zijn? Wanneer je goede contacten bij de KNVB moet hebben om aan een kaartje te komen, of wanneer iedere burger die bereid is de marktprijs te betalen, naar binnen mag? Precies.
Opnieuw wordt gesuggereerd dat er meer mensen in het stadion kunnen als er geen zwarte handel zou zijn. Natuurlijk is dat grote onzin. Het aanbod ligt vast. Het eerlijkst is dan om die plaatsen te gunnen aan degenen die bereid zijn daar het meest voor te betalen. Zo blijft het voor iedereen toegankelijk. En dat kan via zwarte handel. Al zou het natuurlijk veel slimmer zijn als de UEFA gewoon zelf de kaartjes veilt zodat de winst niet naar de zwarthandelaren gaat. De opbrengst kan dan desnoods naar een goed doel.
Misschien tijd voor om een opiniestukje in ’s lands meest gelezen ochtendblad om de gemiddelde voetballiefhebber de voordelen van marktwerking uit te leggen?