Van trouwe lezer Bart mocht ik het boek Economic Gangsters van Fisman en Miguel lenen.
In de definitie van de auteurs is een ‘economic gangster’ een crimineel die puur zijn eigen belang nastreeft, ongehinderd door enige morele scrupules. Maar eigenlijk gaat het boek gewoon over ontwikkelingseconomie, over de discussies die in dat vakgebied spelen, over het gebruik en belang van gerandomiseerde experimenten om te toetsen of een bepaalde benadering werkt, over corruptie en wat daar aan te doen valt, en meer van dat soort dingen. Dat klinkt saai, maar het boek is bijzonder goed en pakkend geschreven en staat vol creatief onderzoek. Een beetje in de stijl van Freakonomics, behalve dan dit boek gestructureerder is en een duidelijker thema heeft.
De heren bespreken vooral hun eigen onderzoek. Meest in het oog springend is hoofdstuk 4. Diplomaten die bij de Verenigde Naties in New York werken hebben diplomatieke onschendbaarheid en hoeven dus hun parkeerbonnen niet te betalen. Fisman en Miguel tonen aan dat het aantal parkeerbonnen dat de gemiddelde diplomaat oploopt een opvallend sterk verband vertoont met de Wereldbank corruptieindex van zijn/haar land van herkomst. De mate van corruptie van een individu (hier: onbetaalde parkeerbonnen) hangt dus niet alleen af van kosten (geen) en baten (overal kunnen parkeren) maar ook van culturele aspecten (de mate van corruptie in het thuisland).