Kijk, een vraagcurve. Tijdens micro-1 geleerd dat de producent een punt op de verticale as moet kiezen en dat dan de verkochte hoeveelheid op de horizontale as af te lezen is. De klanten zitten als het ware op de curve en links van het snijpunt gaan ze tot aankoop over.
Als hij een eindje links van het gekozen punt zit, dan krijgt de klant een soort cadeau: hij had meer willen betalen voor het product dan de marktprijs. Het verschil is zijn surplus, een stukje geluk dat voortkomt uit het feit dat alle klanten dezelfde prijs betalen.
Had iedere klant zijn eigen prijs, dan kon de verkoper de vraagcurve “aflopen”: iedere klant betaalt precies zoveel, dat de prijs hem net niet van de aankoop weerhoudt. Grote winst voor de verkoper, maar het aflopen van de curve is ook duur, zo betoogde mijn docent. Er moet dan een vertegenwoordiger langs de deuren, door weer en wind, die na een moeizaam gesprek zijn waren aan de huisvrouw kan verkopen, voor een zeer speciale prijs. Vaak is dat de moeite niet waard.
Maar ja, micro-1 is voor mij alweer bijna 20 jaar geleden. En in de economie verandert er wel eens wat.