De gebeurtenissen in Japan doen de moderne mens huiveren-het verschil tussen een comfortabel leven en dit is kennelijk slechts een trilling in de korst van de aarde. Wie zich afvraagt hoe dit gaat uitwerken op de economie van Japan kan het beste naar dit artikel kijken. Het beschrijft economisch onderzoek naar de gevolgen van rampen, en dat is vrij basaal: men meet een ramp en bekijkt de gevolgen voor het BBP. Resultaat: bij een grote ramp daalt het BBP in arme landen met een procent of 10, in rijke landen stijgt het met ongeveer twee procent.
Arme landen zijn slecht voorbereid, en in de rijke landen wreekt zich de aard van het BBP. Daarover schreven in het verleden zowel Bobby Kennedy als wijzelf: het Japanse opruimwerk komt terecht in het BBP, de schade door de aardbeving en vloedgolf niet.
Een ander fenomeen is de koers van de Yen sinds de beving. De munt was tot gisteren zo’n 5% meer waard geworden sinds de beving, een zeer verklaarbaar fenomeen als je wisselkoersen bekijkt als belegger: door de plotselinge daling van de Japanse kapitaalgoederenvoorraad is het verwachte rendement op investeringen in Japan een stuk hoger. Dat trekt geld aan en daarmee stijgt de koers.* Zoals altijd zijn exporteurs verdrietig als hun munt stijgt door de stromen van beleggers, en sinds vanochtend doet de centrale bank er iets aan.
(*) In het nieuws wordt als oorzaak voor de aantrekkende Yen meestal de “repatriëring” van geld door verzekeringsmaatschappijen genoemd, maar achter het bestaan van die verzekeringen schuilt natuurlijk hetzelfde motief: als je oude spullen kapot zijn is de waarde van nieuwe spullen hoog.