Onverkwikkelijke kwestie hier aan de RuG: twee taalwetenschappers claimden in een proefschrift dat eerstejaarsstudenten aan universiteit en hogeschool respectievelijk 40 en 80 taalfouten per A4’tje zouden maken. Geinteresseerde vakgenoten wilden dat graag inzien, maar helaas, de onderzoekers weigerden het gewraakte materiaal te tonen, universiteit boos, afijn, zie hier.
Wat echter nog het meeste verbijstering wekt is dat de onderzoekers zich verdedigen met het volgende staaltje onnavolgbare statistiek:
De kans dat de universiteit na een promotie reageert met een veroordeling (van het gedrag van de gepromoveerde na de promotie) als ‘wetenschappelijk niet integer’ is vrijwel zeker kleiner dan een op duizend. De kans dat de promovendus openlijk travestiet is, is vrijwel zeker ook kleiner dan een op duizend. De kans dat beide zaken tegelijkertijd optreden is dan een op het miljoen. Die kans is te klein om nog geloofwaardig te zijn. Het lijkt dus wetenschappelijk gezien, volstrekt zeker dat mijn openlijke travestie een rol moet hebben gespeeld bij de reactie van de RUG.
Lijkt me op zich al genoeg reden die bul weer in te moeten leveren. (via)