Tinbergenlezing 2021

De lustrumeditie van de economendag vond plaats in Den Haag – nee wacht, de lustrumeditie van de economendag vond plaats, dat is het nieuws. Vorig jaar nog achter de laptop, dit jaar nét voor de nieuw afgekondigde maatregelen tegen corona. En dus weer een live Tinbergenlezing.

Uw correspondent zat op de eerste rij en typte mee met Armin Falk, die er een mooi verhaal van maakte. Eerst op Twitter, maar voor het nageslacht nu ook hieronder op deze site. Voorgaande edities alhier.

Robert Dur leidt in en legt de lat meteen op niveau met een eerbetoon aan Guido Imbens, Nobelprijswinnaar van dit jaar.

De Duitse spreker vangt aan met zijn verbazing over de uitpuilende, mondkapjesloze, zaal waarin hij vandaag spreekt. Beschaamd gegrinnik.

Snel door dan maar.

Onderwerp zal zijn: waar moet de economische wetenschap zich eigenlijk mee bezig houden?

Iedere econoom moet zich afvragen: ik spendeer schaarse tijd, mogelijkheden. Zit de wereld hier wel op te wachten?

Quote Max Weber: we kunnen een goed antwoord onderscheiden, maar niet een goede vraag.

Misschien decennia later, weten we of iets interessant was.

Tweetal keuzes: welk doel (beleid, methode etc) en welk terrein (publieke econ, arbeidsecon etc).

Er zijn voldoende meningen over economen van buitenstaanders maar is er ook data?

Vraag aan de zaal: hoeveel economen publiceren in de top-400 journals op dit moment?

Antwoorden tussen de 5,000 en half miljoen. “U heeft kennelijk geen idee”

Het zijn er 54,000. Falk heeft onderzoek gedaan naar hun 177.000 artikelen tussen 2009 en ’19.

Allemaal kregen ze een survey van Falk, die erg houdt van enquêtes. 15% antwoordde.

Als goede econoom gaat Falk in op een aantal afruilen die de wetenschap moet maken:

  • Beleidsrelevant of fundamentele wetenschap
  • Breed of specialistisch onderzoek
  • Risicovol of conventionele aanpak
  • (nummer 4 die uw correspondent even mist)

Afruil 1 Economen in de sample:

  • er zou meer aandacht moeten zijn voor beleid
  • belang van het onderwerp groter dan slimme methodologie
  • liever meer toegepast dan theoretisch

Afruil 2

  • liever minder spexialisatie
  • grote voorkeur voor multidisciplinaire aanpak

(de zaal mag steeds raden en raadt constant fout)

Afruil 3

  • voorkeur voor risicovol, disruptief onderzoek

Ah, daar is afruil 4: Explanatory or predictive onderzoek. Hier is weinig richting

Over het algemeen: weinig tevredenheid met status quo, overeenstemming over de gewenste verandering. Meningen zijn heterogeen maar variëren niet systematisch met het veld van de onderzoeker.

Nu: welke onderwerpen moeten we onderzoeken?

Vraag: geef de gewenste verdeling van artikelen over JEL codes.

Dan vergelijken met de praktijk: er verschijnt teveel D, G, en L. (Micro, Finance en Industrial Organization) Meer nodig: Health, General Economics.

En meer gelijke verdeling over alle onderwerpen.

Dan de vraag: zijn academische economen tevreden met hun leven?

De uitkomst van die vraag hangt (significant) samen met de ontevredenheid over de verdeling van onderwerpen.

Tevredenheid schiet ook omhoog als de econoom in een top-5 journal publiceert. “An easy fix”

Grinning face with smiling eyes

Waarom lukt het niet te onderzoeken wat de beroepsgroep belangrijk vindt? Drie hypotheses.

  • invloedrijke economen vinden het prima en die bepalen? Nee, zegt Falk: in de steekproef zegt die groep hetzelfde als de rest.
  • publicatie pijplijn duurt te lang: is wel zo, zegt Falk, maar dat kan het ook niet zijn. De tijdtrend in JEL-codes is niet standaard in de gewenste richting.
  • carrière-motieven sturen onderzoek: dat kon het wel eens zijn. Mensen doen wat ze denken dat anderen willen zien.

Tragische uitkomst: hun inschatting van wat anderen willen zien zit er behoorlijk naast.

Leuk verhaal. Eens kijken wat de zaal hier tegen te zeggen heeft.

Falk bekritiseert nog even de economische seminarcultuur, die toch vooral op afbranden van de collega gericht lijkt. Krijgt meteen twee methodologische vragen uit de zaal. “Kan het niet zijn dat?!”

Klassieke vraag over beleidsimplicaties. Falk: feedback is erg gericht op methode, vinden van fouten. Het is belangrijk dat onderzoekers weten dat dat niets zegt over het belang van hun werk. Dit onderzoek laat zien hoeveel vraag er is naar heterogene inzichten.

Toevoeging: veel aspecten van het huidige systeem zijn in het bijzonder vervelend voor vrouwelijke economen, die dan ook sneller het vak verlaten. Verbeter het systeem en daarmee wordt ook dit probleem minder.

Einde. Robert pakt het Makkummer bord (ingepakt, deze keer).

Daarmee ook het einde van deze draad. Goed weekend!

Auteur: Thijs

Econoom. Krantenlezer. Stuurman aan wal.