Gister overleed Kenneth Arrow, waarschijnlijk de grootste econoom van de vorige eeuw. In 1972 won hij de Nobelprijs (met Hicks) voor algemene evenwichten, maar hij had er met het grootste gemak nog een paar kunnen krijgen, bijvoorbeeld voor het impossibility theorem, dat er in feite op neer komt dat er niet zo iets bestaat als De Wil Van Het Volk (eerder). Of als grondlegger van de gezondheidseconomie. Of innovatie. Of endogene groeitheorie.
Hier een erg mooi overzicht van zijn werk een paar jaar geleden in een IMF-publicatie. Hier geeft Arrow zelf een ooggetuigeverslag van ontwikkelingen in de economische theorie sinds 1940.
Arrow kreeg niet alleen zelf een Nobelprijs, zijn studenten wonnen er ook 4: Harsanyi, Spence, Myerson en Maskin. De familiebanden zijn ook intrigerend. Larry Summers was een neef, Paul Samuelson de broer van zijn zwager.
Lees vooral dit weblog, dat deze week een vierdelige serie over de bijdragen van de man belooft.