Mensen sparen voor later

Onder de kop “onderzoek toont aan” worden veel waarheden als koeien de wereld ingestuurd. Maar dit artikel slaat toch wel alles. Let goed op, ik citeer zometeen de hoogtepunten. De onderzoeksvraag is: waarom sparen mensen? U weet natuurlijk dat sparen per definitie het niet uitgeven van vermogen is. Maar waarom, inderdaad? Misschien om het later alsnog uit te geven?

Daar hoeven we niet naar te raden want hier zijn de resultaten:

  • Ruim een kwart (27 procent) geeft aan dat zij sparen voor later.
  • Ruim een vijfde (22 procent) spaart om te sparen.

En dat is toch al snel de helft. De rest spaart voor een grote uitgave in de toekomst.

Spaarstunters en het garantiestelsel

Het FD bericht vanochtend over een nieuw front in de spaaroorlog. Wat vooraf ging: grote Nederlandse banken lieten hun spaarrente steeds verder dalen onder de marktrente, met name als de laatste aan het stijgen was. De elasticiteit onder spaarders was laag totdat de media er aandacht aan begonnen te geven. Op datzelfde moment nam het aanbod van spaargeld toe door de slechte prestaties van de beurs. Deze samenloop van omstandigheden bracht nieuwe banken in de markt die fors hogere rentes bieden, zoals Icesave.

Spaarders kunnen zich in principe geheel laten leiden door de rente omdat het risico wordt afgedekt door het depositogarantiestelsel. Dat laatste is nu onderwerp van discussie omdat de Rabobank vindt dat grote banken op die manier verplicht hun eigen concurrenten moeten beschermen. Kort samengevat: kleine bankjes bieden een hoge rente en als het misgaat kan de grote bank de rekening voldoen.

Zit daar iets in? Om te beginnen komt de kritiek zeker niet uit onverdachte hoek: Rabo heeft een groot belang bij het behouden van zijn spaarklanten en biedt geen toprente. Bovendien is het garantiestelsel an sich een goed idee omdat het bank runs kan voorkomen. Die kunnen zonder duidelijke oorzaak ontstaan als spaarders vermoeden dat de bank in de problemen zit.

Het vreemde is dat degene die wordt vrijgesteld van risico de consument is, en niet de bank. Dat wil zeggen, als een spaarbank door het bieden van te hoge rentes over de kop gaat is de consument beschermd, maar de bankier is zijn investering kwijt. Daarom snijdt volgens mij het argument van Rabo ook geen hout: de bankiers nemen geen risico op kosten van de grote banken, maar zijn zelf gedupeerd als hun rente “onrealistisch hoog” is. Dat zou ertoe moeten leiden dat risicovol gedrag niet in de hand gewerkt wordt.

De alternatieve uitleg voor de verschillen is dat de kleine spaarbanken efficiënter zijn en slimmere dingen met het geld doen. Dat lijkt mij voorlopig een betere verklaring. Bovendien zullen de kleine banken hun aandeel in het garantiestelsel zien groeien als hun marktaandeel toeneemt.