Structurele aanpassing

Meestal schrijf ik een bericht met deze titel in januari (08, 07) maar deze kerst valt de geest van de structurele aanpassing mij buiten het seizoen lastig. Het is die kredietcrisis, natuurlijk. Dit stukje op Marginal Revolution vat het goed samen: de opbrengsten in de financiële sector zijn jarenlang erg hoog geweest en als gevolg daarvan zijn hele hordes mensen in de sector gaan werken. Helaas waren die opbrengsten, zoals het nu lijkt, van tijdelijke en bubbelachtige aard. En dus moet een gedeelte van die mensen nu iets anders gaan doen. (MR vraagt zich af of de markt dit probleem aankan, een belangrijke vraag.)

Waar hebben we het over, in Nederland? Het CBS geeft aan dat het aantal personen aan het werk in de sector Financiële en Zakelijke Dienstverlening gegroeid is van 1,3 miljoen in 1996 tot 1,9 miljoen nu, oftwel van 18.6 naar 21.6% van het totaal. Dat is een groot gedeelte van onze economie, ook al is niet de hele sector strict financieel te noemen; ICT zit er ook in. Maar stel dat we terug moeten naar het aandeel 1996, dan moeten nog steeds 260.000 mensen uit de financiële sector naar iets anders omkijken (niet dat dat heel erg is, overigens). Op de achterkant van een sigarendoos zijn dat ongeveer alle mensen van 53 tot 65 jaar in die sector.

Dat is de gebruikelijke route, natuurlijk, een vroeg pensioen voor de oudjes en dan door met het jonge volk. Maar dat gaat in dit geval toch moeilijk worden vanwege het grote aantal mensen waar het om gaat. Als die allemaal een regeling moeten krijgen betaald door de groep 52-min dan wordt de sector wel erg onaantrekkelijk. Bovendien is de tijd er niet naar: we streven juist naar een hogere participatie om te zorgen dat de welvaartsstaat betaalbaar blijft.

En dan, wie wens je een pensioen op zijn of haar 53e? Dat is wel een heel lange tijd om stil te zitten. Er moeten mensen uit de financiële sector, maar die mensen moeten iets nuttigs en productiefs gaan doen. Wat precies? Welnu, dat komt goed uit: de taak om uit te zoeken welke activiteiten de moeite waard zijn valt traditioneel aan, jawel, de financiële sector. Een in Nederland onderontwikkelde tak van die sector is VC, venture capital oftewel risicoinvesteringen. In die tak van sport worden nieuwe ondernemingen van kapitaal voorzien in de hoop dat ze uiteindelijk heel veel waard worden. Een goede afdeling VC zou in Nederland kunnen functioneren als een aanjager van de leuke nieuwe bedrijven die al die uitgetreden mensen uit de financiële sector gaan beginnen.

Als we het nou als volgt organiseren. De overheidscommissarissen en overheids-CEO bij de Nederlandse banken zorgen ervoor dat er een serieuze VC-markt in Nederland ontstaat. Wie weggaat bij een financieel bedrijf kan daar terecht voor hulp en een investering, mits het business plan klopt. Zo houden we de economie niet alleen aan de gang, maar maken we er nog iets moois van ook.

Prettige kerst!

Structurele aanpassing

Onlangs sprak ik met mijn buurman over Poolse stukadoors, een onderwerp waar ik me hier ook wel eens over uitgelaten heb. Mijn buurman vond het toch wel erg oneerlijk voor die Nederlandse jongens die ineens moesten concurreren met mensen die voor de helft van het salaris wilden werken. En vond ik het dan rechtvaardig dat die jongens plots geen geld meer hadden voor hun vakantie, allemaal dankzij die Polen?

Natuurlijk protesteerde ik dat er veel meer mensen profiteren van goedkope stukadoors dan er last van hebben, maar het is een moeilijk te verkopen verhaal. De winsten zijn diffuus, de verliezen makkelijk aan te wijzen. En wie met burgers in plaats van economen praat heeft een hoop uit te leggen.

Goed, ik deed mijn best maar was niet zo hard line als Steven Landsburg in dit artikel over compensatie voor hen die door handel zonder werk zitten, een belangrijk onderwerp in de Amerikaanse politiek. Landsburg zegt: dikke pech, we compenseren de kruidenier ook niet als ernaast een supermarkt opent. Reacties alom van bloggende economen, de meesten hebben toch meer medelijden met de verliezers. Het verschil, zo lijkt het, is dat sommige schokken verwacht zijn en sommige niet. Slachtoffers van onverwachte schokken kunnen rekenen op mededogen.

Wat betreft de stukadoors kun je onze Nederlandse bouwvakkers moeilijk aanwrijven dat ze de val van de muur niet aan hebben zien komen. In die zin is er wel een zaak voor bescherming. Maar, en zo kwam ik er toch nog uit met mijn buurman: als je niet kunt concurreren op prijs, concurreer dan op kwaliteit. Op die manier kan de schade alsnog beperkt worden.