Voor wie eindexamen doet aan de middelbare school zal het ene vak belangrijker zijn dan het andere. Wie dreigt te zakken op een vijf voor wiskunde zal meer belang hechten aan het examenresultaat bij dat vak, dan aan vakken waar de voldoende al zeker is. Toch heeft dit geen enkel effect op de moeite die de scholier voor verschillende vakken doet.
Dat is althans de veronderstelling van de VO-raad, die de gevolgen van de strengere exameneisen heeft doorgerekend. De methode: de gehaalde cijfers onder het oude regime worden opnieuw beoordeeld onder het nieuwe regime. Daar komt een mooi bangmaak-resultaat uit: er komen 18.000 extra zakkers.
Wie wel eens een echte middelbare scholier heeft gezien weet dat dit een idiote voorstelling van zaken is. De scholier weet precies hoeveel er nodig is om marginaal aan de minimale eisen te voldoen. Het is ondenkbaar dat een verzwaring van die eisen geen gevolgen heeft voor het gedrag. Wie getallen publiceert over de gevolgen van zwaardere eisen en daar geen rekening mee houdt, heeft de plicht die tekortkoming in de methode prominent te melden. Nu zien we in het persbericht precies één bijzin, die de krant niet haalt (en ook nog eens erg onaardig is tegen leerlingen van het vmbo): “Daar komt bij dat calculerend gedrag zich voornamelijk zal voordoen bij havo en vwo-leerlingen en minder bij vmbo-leerlingen.”
Een matig onderzoek. Toch geeft deze fout wel aan wat er mis aan het huidige systeem: het examen kent maar twee uitkomsten (slagen of zakken). Extra moeite doen om het cijfer boven de zes op te krikken loont niet. Dat leidt tot de bovenstaande onderschatting van wat de middelbare scholier potentieel zou kunnen, maar het geeft ook aan hoe het beter kan: als meer belang wordt gehecht aan de cijferlijst, en niet alleen het diploma, gaan scholieren ook beter hun best doen. [Eerder hier]