Vandaag in de krant:
Een Nederlands huishouden verkwist jaarlijks gemiddeld ongeveer 57.000 liter schoon drinkwater. Dat stellen de schrijvers van het boek ‘Every drop counts’, dat woensdag verschijnt. Volgens de samenstellers kan het drinkwaterverbruik in Nederland zonder ongemakken ongeveer worden gehalveerd.
Economisch gezien is dat natuurlijk een vrij onzinnig concept, verkwisten. Mensen gebruiken een bepaalde hoeveelheid drinkwater. Die hoeveelheid wordt bepaald door de prijs van water. Als water duurder wordt, gebruiken ze minder, als het goedkoper wordt, gebruiken ze meer. Maar hoe bepaal je dan de hoeveelheid water die een mens redelijkerwijs mag verbruiken? En dus hoeveel er verkwist wordt? Dat lijkt me een vrij willekeurige keuze. Hoe minder water je verbruikt, hoe oncomfortabeler het wordt. De hoeveelheid die hier als ‘redelijk’ wordt bepaald, is geenszins een ondergrens. Minder kan ook, maar dan wordt het nog oncomfortabeler. Dat er een scherpe grens zou zijn waaronder het plotseling ‘ongemakkelijk’ wordt, is natuurlijk fictie.
Wie een bepaalde hoeveelheid water verbruikt, kiest daar zelf voor, door kosten en baten tegen elkaar af te wegen. Goedbeschouwd kan van verkwisting dan geen sprake zijn.
Zie ook dit gerelateerde bericht.