En het mag de Nederlandse belastingbetaler geen geld kosten

Nog even over de bijna failliete Grieken. Europese ministers van financiën zijn druk bezig met een reddingsplan om hun Griekse collega wat lucht te geven. De belangrijkste voorwaarde is dat het plan niets mag kosten:

Zo kan gekozen worden voor garanties of een serie leningen van EU-landen aan Griekenland. Voor die leningen zou Athene een voordeligere rente betalen dan aan banken. […] “Hoe dan ook: Griekenland zal er voor moeten betalen en het mag de Nederlandse belastingbetaler geen geld kosten”, zei demissionair minister Jan Kees de Jager (Financiën) na afloop. “Het plan wordt gebruikt als een tactisch kernwapen”, was gisteren onder Europese diplomaten te horen. “Men houdt het achter de hand maar hoopt het nooit in te zetten.”

Uw boerenklompen geven het al aan: een plan dat niets kost kan niet veel doen. En een plan dat iets doet kan niet gratis zijn.

Het is het laatste. Bij al deze plannen is het best mogelijk dat de operatie ons uiteindelijk geen geld kost, maar er is een positieve kans dat er wel kosten zijn. De verwachte waarde van de kosten is dus groter dan nul.

Het acute probleem van Griekenland is dat de rente op hun leningen zo hoog is dat herfinanciering een dure zaak wordt. Maar voor die hoge rente is een goede reden: het risico dat de Grieken niet terug kunnen betalen wordt gecompenseerd door een risicopremie. Met het hoge risico en de hoge rente is de verwachte opbrengst van Griekse obligaties te vergelijken met die van, bijvoorbeeld, Duitse.

Een van de plannen die niets kost is om de Grieken geld te lenen onder de marktrente (en dus met onvoldoende risicopremie). Dat is een vrij duidelijke overdracht, vergelijkbaar met het opkopen van Griekse kaas tegen twee keer de prijs. Strikt genomen sturen we niet direct een zak met geld, maar de truuk is makkelijk te doorzien.

Het garant stellen voor nieuwe Griekse schuld is een iets minder doorzichtige overdracht. We beloven de schuld te betalen als Griekenland dat niet kan, en dus verdwijnt de risicopremie. We hopen natuurlijk dat we dit “kernwapen” (nou ja) nooit in hoeven zetten, maar net als met echte kernwapens moeten ze er wel liggen. Als het zeker was dat we het nooit in hoefden te zetten, was dit een gratis en ongevaarlijke overeenkomst. Maar omdat dit nou juist niet zeker is, is de verwachte waarde van de kosten groter dan nul. (Wie een lange uiteenzetting over probabilistisch redeneren wil lezen kan dit boek aanschaffen; de auteur maakt korte metten met mensen die uitkomsten verwarren met verwachtingen.) Onder bepaalde omstandigheden kost dit de Nederlandse belastingbetaler wel degelijk geld.

Ik heb het boek niet bij de hand, maar volgens mij staat in Obstfeld en Rogoff een vergelijkbaar geval van financieel illusionisme. Dit betrof de obligaties van een Latijns Amerikaans land met een groot risico op faillisement, die op een gegeven moment werden verhandeld tegen een fractie van de nominale waarde. Een Europees land (was het niet Nederland?) bedacht dat een goedkope manier van hulp zou zijn om deze obligaties op te kopen tegen de lage prijs en dan kwijt te schelden. Het voorspelbare gevolg was dat de koers van de obligaties opliep (het risico op faillisement daalde) en dat alleen de Amerikaanse bankiers die de rest van de schuld bezaten er beter van werden.

Moeten we de Grieken helpen? Ik denk het wel, onder strenge voorwaarden. Natuurlijk is dat onaantrekkelijk en politiek gevoelig. Maar het voorliegen van belastingbetalers is ook weinig kies, en bovendien een groter risico als het echt misloopt en de beurs alsnog getrokken moet worden.

Auteur: Thijs

Econoom. Krantenlezer. Stuurman aan wal.

3 gedachten aan “En het mag de Nederlandse belastingbetaler geen geld kosten”

  1. Blijft de vraag of wij (lees: de EU/Eurozone) moeten helpen of dat ze moeten aankloppen bij het IMF. Het gebruikelijke argument van ‘gezichtsverlies’ zie ik niet zo.

    In het FD van twee weken geleden (even googlen) staat een mooie discussie tussen Sweder en Sylvester. Zelfde analyse, andere inschatting van het ‘gezichtsverlies’ en totaal andere conclusies. Sweder is de gang naar het IMF, Sylvester voor een interne oplossing.

  2. Je moet het politiek woordenboek erbij pakken:

    Bang voor gezichtsverlies = wil graag fiscale unie.

Reacties zijn gesloten.