Voor wie zich nog enige illusies maakt over de standing van het vakgebied economie, dit is hoe nu.nl de resterende Nobelprijzen aankondigt:
Vrijdag maakt het Nobelcomité in Oslo bekend naar wie de belangrijke Nobelprijs voor de Vrede gaat. Maandag staat dan nog de toekenning van de prijs voor Economie op het programma.
Juist. De gebruikelijke voorspelling van Thomson Reuters is hier te vinden, zij denken aan empirische micro, tijdreeks-econometrie of de theorie van de regulering. Allemaal fout natuurlijk, want vorig jaar meldde Marco op deze plek al dat we, op grond van het Nobelsymposium 2012, een prijs kunnen verwachten voor economische groei en ontwikkeling.
Een belangrijk, maar ook groot vakgebied, dus qua namen nog keuze genoeg. We noemden al Barro en Romer (de groei-Romer, niet de macro-Romer of die met drie handen). Maar als we in de richting van instituties en groei gaan, toch een belangrijk gebied, kan het comité haast niet om Daron Acemoglu heen. En dat zou weer een interessante keuze zijn, vanwege zijn prille 46 jaar. Een prijs voor Acemoglu zou betekenen dat de Nobelprijs economie niet langer een oeuvre-prijs zou zijn, maar een echte prijs voor een wetenschappelijke doorbraak. Daarmee schuiven we van de categorie Literatuur een beetje richting Natuur- en Scheikunde, iets waar elke econoom stiekem van droomt. Maandag meer!