Eerder vandaag maakt Bas ter Weel op het ESB-blog melding van de dood van Walter Oi, en van zijn analyse van de kosten van de militaire dienstplicht in de VS. Grappig, want ik kende de man alleen maar van zijn analyse van het two-part tariff in een klassiek artikel met de briljante titel A Disneyland DIlemma: Two-part Tariffs in a Mickey Mouse Monopoly.
Stel u bent eigenaar van Disneyland en elke bezoeker heeft dezelfde vraagfunctie voor ritjes in de achtbaan. U kunt dan de standaard monopolieprijs zetten waarbij marginale opbrengsten gelijk zijn aan marginale kosten. Stel echter dat u de prijs gelijk zet aan marginale kosten. Dat maakt bezoekers bijzonder gelukkig; zo’n prijs genereert een veel grotere vraag naar achtbaanritjes en dus een veel groter consumentensurplus. Maar, en nu komt het, vervolgens heft u een toegangsprijs die precies gelijk is aan dat consumentensurplus. De consumenten zullen nog net bereid zijn die prijs te betalen, u roomt de volledige sociale welvaart af en uw winst is uiteindelijk nog veel hoger dan door het zetten van die standaard monopolieprijs. Oi noemt dit een two-part tariff, een prijs die bestaat uit twee componenten: de toegangsprijs voor het park en de prijs per ritje in de achtbaan. Een zelfde prijsstructuur wordt bijvoorbeeld ook gehanteerd door uw lokale energiebedrijf. Bovenstaande analyse is inmiddels volstrekt standaard en staat in elk tekstboek over industriele organisatie. Maar de oorspronkelijke analyse is van Walter Oi. U weet wel, die van de dienstplicht.