De laatste berichten uit Noord Korea geven aan dat het regime druk bezig is met het plukken van de rijkere Noord-Koreanen. Er is een nieuwe munt ingevoerd en per persoon mag maar een beperkt bedrag worden omgewisseld; wie meer had gespaard heeft pech. Dat zijn vooral degenen die profiteerden van recente economische vrijheden:
Om de voedseldistributie te verbeteren besloot het Noord-Koreaanse regime in 2002 bepaalde markten iets meer vrijheid te gunnen. Boeren mochten hun eigen producten verkopen.
Dat dit slecht uitpakt voor de prikkels in de toekomst laat zich raden.
Waar is het regime bang voor? Misschien wel dit: de gebeurtenissen in Noord Korea verlopen exact volgens het patroon dat Daron Acemoglu en coauteurs in dit paper gebruiken om de geschiedenis van West Europa te begrijpen. Die begint als vrijwel alle landen zuchten onder een absolute vorst en de groei maar langzaam verloopt. Dan worden de handelsroutes over zee geopend waardoor plots veel geld verdiend kan worden. In landen waar hierdoor een sterke middenklasse ontstaat volgt daarop een politieke omwenteling: de middenklasse verwerft juridische bescherming van haar bezit en de absolute macht van de vorst wordt beperkt. De instituties die daarbij horen leiden tot hoge economische groei.
De twee meest succesvolle landen maakten op die manier grote ontwikkelingen door: Nederland had zijn Gouden Eeuw en in Engeland ontstond de industriële revolutie. Dat Noord Korea hier geen zin in heeft geeft aan dat het regime niet is geïnteresseerd in welvaart voor zijn onderdanen.