En nog bedankt

Nederlandse kinderen hebben het erg getroffen, houd ik de mijne regelmatig voor. Stabiliteit, rijkdom, vrijheid – kom er maar eens om in de rest van de wereld. Veel indruk maakt het niet, maar sinds deze week kan ik zoon- en dochterlief om de oren slaan met dit artikel in The Economist. Daarin wordt bevestigd dat Nederland het op-zeven-na-beste land is om ter wereld te komen, en zelfs het beste in de eurozone. Hoewel het gevaar natuurlijk groot is dat mij vervolgens wordt nagedragen dat we niet bijtijds naar de nummer één, Zwitserland, zijn verhuisd.

Waarom is Nederland zo geweldig? The Economist leidt het af uit onze rijkdom, goede gezondheid, tevreden bevolking. Een logische vraag is vervolgens of andere landen zouden moeten proberen om meer op Nederland te lijken. Hoewel dit idee lang een pijler onder ons buitenlands beleid is geweest, is het maar de vraag of een wereld vol Nederlanden überhaupt mogelijk zou zijn. Het antwoord luidt waarschijnlijk nee, blijkt uit een leuk paper dat ster-econoom Acemoglu en twee coauteurs vorige maand lieten verschijnen (een korte versie staat op VoxEU).

De crux van het verhaal is dat landen niet geïsoleerd van elkaar bestaan. Met name op het gebied van de technologische vooruitgang zijn er veel externaliteiten tussen landen onderling. Van de techniek die het leven in Nederland zo aangenaam maakt komt maar een klein gedeelte uit ons land zelf. Veel kennis krijgen we, min of meer gratis, uit de rest van de wereld. Acemoglu probeert vervolgens aan te tonen dat het ontwikkelen van nieuwe kennis geremd wordt als een land teveel nivelleert. Een groot sociaal vangnet vermindert de prikkels voor ondernemers, uitvinders en investeerders, omdat de opbrengst van hun risico en werk (relatief, ten opzichte van gewone werknemers) te klein is. Als dat klopt, kan het dus zo zijn dat het land met de snelste technologische vooruitgang wel het rijkste is, maar niet per se het prettigste om in te wonen. Terwijl dat land tegelijkertijd ook zorgt voor de rijkdom en ontwikkeling van meer prettige, egalitaire, landen.

Het is duidelijk waar dit verhaal naar toe gaat. In onze wereld is het land dat het verst is qua technologische ontwikkeling, tevens één van de meest harde landen op sociaal-economisch gebied. De Verenigde Staten staan slechts zestiende op het lijstje van The Economist, je kunt nog beter geboren worden in België. Maar zonder de VS, zegt Acemoglu, geen Zwitserland, Denemarken en Nederland. We kunnen niet allemaal Scandinaviërs zijn.

Is het waar? Er zijn, naast het harde kapitalisme, vast nog wel andere aspecten van het Amerikaanse leven die meehelpen aan de technologische ontwikkeling. En wellicht zitten uitvinders nou eenmaal graag bij elkaar, en zijn ze toevallig in Amerika verzeild geraakt (Acemoglu is Turks). Maar het is niet te ontkennen dat we hier in ons land met name zo rijk zijn door de inspanningen van anderen, en dat ons geluk mede wordt veroorzaakt doordat het zo moeilijk is om technologie voor jezelf te houden. En dat de wens van de Amerikanen om overal het beste in te zijn ertoe leidt dat anderen hen voorbijstreven in geluk, is goedbeschouwd een beetje tragisch.

EEA/ESEM online

Voor wie zoals ik niet in staat was de laatste bijeenkomst van de European Economic Association en Econometrics Society in Oslo bij te wonen: de videos van alle plenaire sessies staan nu integraal online: Krusell, Holmstrom, Pissarides, Athey, Wright, Acemoglu en een Nobel sessie. En dat is erg mooi. Alle videos staan op 1 pagina wat het ook mogelijk maakt ze tegelijkertijd af te spelen hetgeen een nogal desorienterend effect geeft. Maar dit terzijde.

Oh ja, ook niet onbelangrijk; de sessie over hoe je je werk gepubliceerd kan krijgen is ook te bekijken.

Collectieve actie in het Midden-Oosten

Bij de revoluties in het Midden-Oosten is er veel te doen geweest over de rol van het Internet in het organiseren van de protesten. In de Volkskrant betoogt Daron Acemoglu (eerder) dat die rol er vooral een is van coordinatie in een collective action probleem. Iedereen kan wel de straat op willen, maar als niemand anders het doet ga jij ook niet want als de opkomst laag is ben jij de pineut. Via Internet kunnen deelnemers zich min of meer committeren aan deelname. Leuk stuk.

Politieke ontwikkeling, de middenklasse en Noord Korea

De laatste berichten uit Noord Korea geven aan dat het regime druk bezig is met het plukken van de rijkere Noord-Koreanen. Er is een nieuwe munt ingevoerd en per persoon mag maar een beperkt bedrag worden omgewisseld; wie meer had gespaard heeft pech. Dat zijn vooral degenen die profiteerden van recente economische vrijheden:

Om de voedseldistributie te verbeteren besloot het Noord-Koreaanse regime in 2002 bepaalde markten iets meer vrijheid te gunnen. Boeren mochten hun eigen producten verkopen.

Dat dit slecht uitpakt voor de prikkels in de toekomst laat zich raden.

Waar is het regime bang voor? Misschien wel dit: de gebeurtenissen in Noord Korea verlopen exact volgens het patroon dat Daron Acemoglu en coauteurs in dit paper gebruiken om de geschiedenis van West Europa te begrijpen. Die begint als vrijwel alle landen zuchten onder een absolute vorst en de groei maar langzaam verloopt. Dan worden de handelsroutes over zee geopend waardoor plots veel geld verdiend kan worden. In landen waar hierdoor een sterke middenklasse ontstaat volgt daarop een politieke omwenteling: de middenklasse verwerft juridische bescherming van haar bezit en de absolute macht van de vorst wordt beperkt. De instituties die daarbij horen leiden tot hoge economische groei.

De twee meest succesvolle landen maakten op die manier grote ontwikkelingen door: Nederland had zijn Gouden Eeuw en in Engeland ontstond de industriële revolutie. Dat Noord Korea hier geen zin in heeft geeft aan dat het regime niet is geïnteresseerd in welvaart voor zijn onderdanen.