Peltzman op de fiets

Wielrenners nemen risico’s op de fiets, zodat ze een wedstrijd kunnen winnen. Soms teveel, dan volgt er een valpartij, met schade aan de wielrenners en de fiets.

Door “beschermende maatregelen voor het hele peloton verplicht te stellen […] zullen de lichamelijke gevolgen van valpartijen drastisch verminderen”, stelt deze ingezonden brief-schrijver in de Volkskrant gisteren.

Er ging een oud lampje branden in mijn hoofd. Extra bescherming, leidt dat er niet juist toe dat wielrenners ook extra risico gaan nemen, zodat er netto misschien weinig verandert? Dat is het Peltzman-effect, waar we in het verleden vaak over schreven.

De vermindering van de gevolgen van valpartijen zal dus niet zo groot zijn als gedacht. Maar mogelijk dat de sport, door het toegenomen risico, nog spannender zal zijn om naar te kijken. Dat kan een goede reden zijn om de bescherming alsnog verplicht te stellen.

Een Peltzmannetje

Het lijkt warempel wel de Week van de Micro-economie bij RTL 4. Werd Neelie Kroes zondagavond nog uitgeroepen tot Nederlander van het Jaar, gisteravond kwam er bij Editie NL een heus Peltzman Effect langs.

In een item over winterbanden [even wachten tot na de reclamespot] wordt op 4:10 gesteld dat de dingen weliswaar glibberen voorkomen maar volgens verzekeraar Interpolis ook nadelen hebben:

Mensen die ermee rijden voelen zich zo zeker dat ze ook onmiddellijk sneller gaan rijden en meer risico gaan nemen.

Raketten en veertjes

Uit de empirische literatuur is bekend dat prijzen sneller een stijging in marginale kosten volgen dan een daling. Met andere woorden: als de kosten stijgen, dan wordt die stijging meteen doorberekend in de prijs, terwijl de consument in geval van een kostendaling een flinke tijd moet wachten voordat de prijzen naar beneden gaan. Zie bijvoorbeeld dit artikel van Peltzman. “Rockets and feathers” wordt dat in de literatuur genoemd: prijzen schieten omhoog maar dwarrelen slechts langzaam naar beneden.

Theoretisch is dat verdraaid lastig te verklaren. Op het eerste gezicht lijkt het fenomeen te duiden op een groot kartel. Maar een perfect kartel zet gewoon een monopolieprijs, en heeft geen reden om dat bij een kostenstijging eerder te doen dan bij een kostendaling.

En het fenomeen duikt opnieuw op:

De consumenten merken nog te weinig van de sterk gedaalde prijzen van groente, vlees en andere landbouwproducten. Supermarkten en andere handelaren rekenen de prijsdaling slechts traag door aan consumenten. Dat in tegenstelling tot de sterke prijsstijgingen vorig jaar, aldus de Europese Commissie maandag.

Minister Verburg van Landbouw weet de oplossing:  de consument “beter zicht geven in de prijzen van producten en grondstoffen.”:

Zet de spotlamp op die prijzen: dat zal helpen. Als het graan goedkoper wordt, mag je toch verwachten dat het brood ook goedkoper wordt.

Een interessante gedachte, maar zover ik kan beoordelen is er weinig empirische of theoretische onderbouwing voor de stelling dat dat zou helpen.